vrijdag 28 december 2012

Zweedse Nieuwsbrief #20


Ho Ho Hoooo. De zin is ineens zoveel logischer als je bedenkt dat de Kerstman uit Lapland komt. Ik slaak ongeveer dezelfde zin wel is uit als ik mezelf al glibberend naar de bushalte vloek. Maar de vliegende rendieren zijn al weer op hun weg terug langsgekomen en de wereld bestaat nog steeds. Hoewel op vorige vrijdag het toch even leek of de hemel naar beneden kwam toen hier ineens het sneeuw van de daken werd geruimd. Want dat schijnt gevaarlijk te zijn als het valt. Ze hebben wel vijf mensen geraakt maar goed. Wie denkt dat kerst twee dagen duurt heeft het mis in Zweden. Zo een beetje de hele week staat hier in het teken van kerst. Nou kan ik geen Zweedse tv zien, maar ik heb zo een gevoel dat je daar wordt doodgegooid met kerstreclames en films. Niet dat dat heel anders is dan bij ons maar toch net iets intenser. Gelukkig heb ik toch even alle kerstliedjes misgelopen. Alhoewel “Driving home for christmas” toch wel een gemiste kans is dit jaar en Flappie er eigenlijk wel bij hoort.

Maar goed, kerst vier je met familie en dus ben ik vorige week donderdag maar even lid geworden van de IKEA Family. Om op dezelfde dag naar de IKEA te gaan, waar ik maanden geleden tijdens sluitingstijd wist te verdwalen, om een heus Julbord bij te wonen. Iets wat we een tijdje geleden al op de universiteit hadden gedaan maar het is goedkoop en voor kerst dus je moet wat. Gezien de lage prijs verwachtten wij nogal een oploop en waren we om een uurtje of vier present. Daar bleek de opkomst wel mee te vallen en werd het kerstdiner een kerstonbijt. Om vier uur? Ja, om vier uur. Of het door de donkerte of door de avondlijke bezigheden komt weet ik niet, maar inmiddels heeft een aardig aantal mensen hier een bioritme wat gelijk loopt met mensen op een continent verder. Al die “All you can eat” dingen helpen daar niet echt bij aangezien je er meestal aardig moe van wordt.

Maar zoals eerder vermeld is het traditionele kerstdiner erg anders dan het onze maar wel lekker. De belangrijkste dingen lijken haring, zalm, gehaktballetjes, worstjes, rode bieten, allerlei dingen met aardappelen en een bepaalde taart die ik nog steeds niet thuis kan brengen. Iets wat wij ook wel zelf konden. En dus was het maandag tijd om samen te komen met de overgebleven studenten om een eigen Julbord te organiseren. Dit gebeurt op de 24ste, want dat is de dag waarop kerst hier gevierd wordt. Net als in Duitsland en gezien het hoge aantal Duitsers hier was er geen ontkomen aan. Al met al was het enigszins onverwacht erg goed gelukt. En dus was het ver van huis toch een gezellige kerst met een keuken voorzien van kerstboom die we een paar dagen eerder eigenhandig tien meter van de deur uit de bevroren grond hadden getrokken. Het is hier overigens traditie om op de 24ste met het gezin naar Donald Duck te kijken. Een traditie die stamt uit de tijd dat de tv kwam en dat schijnbaar een beetje het enige moment was waarop er een tekenfilm te zien was. 

Dezelfde avond werd iets gestart waar van te voren vele grappen over zijn gemaakt. Voordat ik weg ging heb ik al een paar keer geroepen dat ik een iglo zou gaan bouwen en daar werd hartelijk om gelachen. Eerlijk gezegd was ik ook nooit serieus. Maar Operatie Eskimo werd gestart op een feestdag met redelijk wat drankjes achter de kiezen. Wat misschien verklaart dat we er überhaupt aan begonnen zijn in -5. Overigens is dè drank met kerst “Glügg”. Wat een soort kruidige Glühwein is. Erg lekker als het heet is maar werkelijk niet binnen te houden zodra het afkoelt. Snel drinken dus. In ieder geval werd de poging tot een iglo bouwen na een uurtje of vier, midden in de nacht, met bevroren handschoenen en voeten gestaakt.

Op Eerste Kerstdag werd het een eigengemaakt kerstmaaltje, maar op de Nederlandse Tweede Kerstdag werd hier Nederlandse kerst gevierd. Wat behalve Skyradio kerst via internet, eigenlijk niet echt Nederlands was met chilli en Duitse curryworst, maar oké. Lekker was het wel. En na wat meer kerstachtige vloeibaarheden werd het enthousiasme om ons project af te maken toch wat hoger. Niet veel later werden de bakken om de blokken sneeuw in samen te persen weer uit de kast gehaald en stonden we weer in de sneeuw. Sneeuw die nu nattig en ijzig was aangezien het op de dag gedooid had. Wat nu overigens straten in ijsbanen heeft veranderd. Erg fijn. Drie uur en wat sneeuwballen gevechten tussendoor later stond ie. Onze eigen Björnkulla iglo. We konden het zelf niet geloven. Er passen tien mensen in en het is geen fabeltje dat het binnen aangenamer is dan buiten. Hoe eskimo’s het ding in twintig minuten maken is ons wel een raadsel.

Gister zijn we maar eens naar de bioscoop gegaan. Nou is dat meestal niet een al te culturele aangelegenheid, alhoewel menig filmfanaat me voor die uitspraak zal haten. Toch bleek dat nu wel iets anders te liggen. Ik weet niet zeker of alle bioscopen zijn zoals deze, maar het had er veel van weg dat ik in het Tuschinski van Stockholm was beland. Het bleek een ouderwetse bioscoop wat meer weg had van een theater inclusief rood doek balkons en een babbeltje vooraf. Waar wij natuurlijk niets van begrepen maar het meisje kreeg applaus dus het zal wel positief geweest zijn.

Het nieuwe jaar staat voor de deur. En daarmee is vandaag, net zoals in Nederland, hier de verkoop van vuurwerk gestart. Wat, net zoals in Nederland, betekent dat mensen het beginnen af te steken zodra het donker is. Wat, niet zoals in Nederland, zo een beetje de hele dag is. Nou ben ik niet al te lang geleden wel eens naar Parijs gereden om het vuurwerk te bekijken met Nieuwjaar toen bleek dat dat sinds dit jaar was afgeschaft, maar dit jaar gaan we het gewoon weer proberen in Stockholm. 

dinsdag 18 december 2012

Zweedse Nieuwsbrief #19




Nou vertelde ik vorige week nog leuk dat het de Zweedse feestdag Lucia was. Later heb ik begrepen dat dit degene is die licht brengt. Wat in een land waar het om half 4 al donker is geen overbodige luxe is. In mijn eerste viering van dit leuke feest is de mythe maar meteen ontkracht. Om een uurtje of acht viel namelijk in het complete bevolkte bergje, wat wij als exchange studenten hebben bemachtigd, de elektriciteit uit. Nou is het overdag al aardig donker in de gebouwen hier, laat staan ’s avonds zonder licht. We zijn dan ook maar met ze allen naar buiten gegaan hebben wat bomen omgehaald en een kampvuur gesticht om warm te blijven. We kwamen er overigens later achter dat de verwarming het gewoon nog deed. Om een uurtje of een gingen de lichten weer aan. Toen Lucia dus over was. Trek uw eigen conclusies.

Overigens is de stroom de volgende dagen continu uitgevallen wat na een tijdje toch wel irritant begint te worden. Vooral zaterdagavond gebeurde het regelmatig dat de stroom voor een paar seconden terugkwam. Wat een paar mooie “Jaaaa.. oooh..”-momenten veroorzaakte. We kwamen er ook achter dat in milieubewust Zweden ’s avonds de straatverlichting voor niets aanstaat. Door het pak sneeuw wat buiten ligt en het licht wat dat met het wolkendek weerkaatst, is het namelijk net zo licht als overdag als alle lampen uit zijn. Hoewel ze dat dan niet in heel Stockholm moeten doen, want dan wordt er natuurlijk niets meer weerkaatst.

Zelfs in dit kou bestendige land begint de temperatuur hier en daar z’n tol te eisen. Zo staan liften steeds vaker stil en roltrappen staan verdomde vaak uit. Of dit voorzorg is weet ik niet, maar irritant is het wel als je een krappe 30 meter moet klimmen. Terwijl Nederland een referendum hield over het lot van een grote vis op een strand, kwam de temperatuur van het weekend na een fikse sneeuwstorm, eindelijk een graad boven het vriespunt en er was weer eens vloeibaar water te zien buiten. Daarmee kwam ook een eind aan de stroomstoringen, wat ons tot de conclusie bracht dat het de kou/sneeuw was die de oorzaak was. Maar geen nood, de dooi duurt niet lang genoeg om onze witte zege en vloek te doen verdwijnen, want binnen een paar dagen is het weer -10. En dus was het tijd om even uit de winterslaap te komen en weer eens wat te gaan bezoeken. Het werd Sigtuna.

Sigtuna is een klein stadje tussen Uppsala en Stockholm wat vroeger een belangrijke rol heeft gespeeld. Zo was het voor een tijd in de middeleeuwen het middelpunt van Zweden en werd er de eerste munt van Zweden geslagen. Wie het plaatsje binnen rijdt heeft er goed aan gedaan dit van te voren opgezocht te hebben, want het is aan niets te zien. Zoals we nu dan ook weten is Stockholm het machtscentrum geworden. Wat ze dan wel weer hebben is een verrassend uitgebreide kerstmarkt. Inclusief een uit de toon zingend kerstkoortje. De markt draait om twee dingen en dat zijn warme kleren en voedsel. Wat fijn is, als je zoals ik niet ontbeten hebt, want je mag alles proeven. En het meeste, behalve bruine, Noorse geitenkaas was ook erg lekker. Toen  we bij een kraampje kwamen die typisch Laplandse worst verkocht, sloeg de twijfel toch wel even toe. De dame zei namelijk dat de worst die ze net voor me aangesneden had, gemaakt was van “mouse” (muis). Gelukkig was ik met een paar Zweden, die me wisten te vertellen dat er toch duidelijk eland op het etiket stond. Ze bedoelde dus "moose". Dat gaat er klanten kosten.

Verder was het wel een heel mooi stadje, zeker met de markt en de sneeuw die op de traditionele huizen en straten lag, konden er een paar mooie ansichtkaarten gemaakt worden. Het is een uurtje reizen vanaf Stockholm en best een bezoekje waard. Toen we afweken van de markt kwamen we ineens aan een gigantisch bevroren meer, waarvan we de ijskwaliteit maar even niet getest hebben. Terwijl we ondertussen werden aangevallen door een stuk of 42 eenden, was deze ijsvlakte toch wel een bijzonder gezicht. Je kon je zo voorstellen dat ook in de zomer het daar goed uit te houden moet zijn. Dat hadden we even eerder moeten weten. Nu is het trouwens niet zo comfortabel daar al te lang te staan, want de ijzige wind laat je ogen tranen en je tranen direct bevriezen. Hoewel we veel mochten proeven was een lunch toch geen overbodige luxe en dus liepen we een tentje in wat verstopt was in een woonhuis. Wat me opviel, is dat bij bijna alle etensgelegenheden wordt verzocht (geëist) de kinderwagens buiten te laten. Wat resulteert in een bevroren file net buiten de deur. De dagen zijn kort en dus was het niet lang na de lunch donker en gingen we maar huiswaarts. 

Het is de week van vertrek. Deze hele week wordt onze populatie zo een beetje gehalveerd en voor een deel is dat blijvend. Het merendeel komt terug na kerst of nieuwjaar maar dat staat afscheidsfeestjes niet in de weg. Bovendien, als we een wonderbaarlijk groot aantal panische doemdenkers moeten geloven, zijn we er volgende week sowieso niet meer. 

donderdag 13 december 2012

Zweedse Nieuwsbrief #18

Koud. We gaan door waar we gebleven waren. De sneeuw ligt er alsof het nooit anders geweest is, wordt inmiddels letterlijk met vrachtwagens afgevoerd en al meer dan twee weken is de temperatuur niet boven het vriespunt geweest. De zwoele Zweedse nachten kennen temperaturen tussen de -2 en -15, waar de inmiddels aanzienlijke ijspegels hier en daar getuige van zijn. Tot zover het weerbericht. Waarom de Zweden zo een ongelooflijke hekel aan de winter hebben is me toch  een raadsel. De paden en wegen zijn namelijk prima begaanbaar. Zelfs voor onze rollator afhankelijke medemens. Het is dus vooral mooi om even te stoppen en om je heen te kijken om de natuur in het wit te zien. Totdat er weer een chagrijnige, haastige Zweed door het beeld ursäkta’t.

Het is wel wat minder als je net dat ene pad treft wat nogal bergafwaarts gaat en zo vaak bewandeld is, dat het een ijsbaan is. Het is dan maar een klein verschil of je de komende week bekend staat als de Rintje Ritsma van de berg of de Jos Verstappen die hopeloos crashte.

Inmiddels weet ik het zeker. De man had geen slechte dag. Nee, de nieuwe leraar is gewoon compleet gestoord. De man weet van voor niet waar z’n achterkant uithangt en behalve dat dat best grappig is, is het ook best frustrerend als je een vak probeert te volgen. De beste man kwam maandag rustig twintig minuten te laat, om vervolgens met tafels en stoelen te smijten omdat ze niet goed stonden. Niet geheel onder de indruk van 25 paar ogen die hem aankeken of ze water zagen branden. Gelukkig blijkt dit een probleem wat zichzelf verhelpt, aangezien de man vervroegd het stokje overgeeft aan de andere leraar. Weer een Jan. Ik dacht toch altijd dat dat een typisch Nederlandse naam was. Slechter kan het niet dus dat nieuws werd met gejuich ontvangen.

Vrijdagavond was het Zweedse diner. Niet helemaal zeker wetend wat dit zou betekenen, behalve gehaktballetjes, hadden we voor de zekerheid maar niet al te ver van te voren gegeten. Leuk detail is dat het een cocktailparty was. Dat blijkt hier heel normaal te zijn, wat apart is gezien de jurken die de dames moesten dragen bij -5. Daar had ik gelukkig geen last van. Het diner was, niet geheel onverwacht, typisch Zweeds eten, wat gewoonlijk wordt gegeten tijdens feestdagen als Kerst. Zo een beetje elk cliché lag wel op de ikea-tafel. Van knäckebröd tot gehaktballetjes. Na wat verplichte zang en een quiz die zo moeilijk was dat er negen winnaars zonder fouten waren, zijn we toch maar vertrokken aangezien het nou ook weer niet zo vol was. Wat wel traditioneel is bij evenementen van deze commissie. De PR afdeling is nog niet helemaal ingewerkt geloof ik.

De plaatselijke zigeuner met saxofoon heeft zich al een weekje in z’n Kerstman outfit gehesen en in drie van de vier vensterbanken verschijnen kandelaartjes met lampjes om de huizen te verlichten. Zo met de sneeuw die over de dakranden hangt lijkt het soms of je in een kerstkaart loopt. Om niet te beginnen over de kerstverlichting in Stockholm, die ik graag had gefotografeerd als ik een betere camera had. Ook in ons uitwisselingscultuurtje op onze berenberg, wat nu beter omgedoopt kan worden tot sneeuwberg, is kerst alvast begonnen. Veel mensen vertrekken dit weekend of volgende week voor de kerst of voor altijd en dus werd dit feest even dramatisch bestempeld als het laatste feest “met ze allen”. Er komt ineens een zeker liedje in me op wat niet ongepast had geweest. Iets met laat de limonade nu maar knallen. Maar goed, hoewel ongeorganiseerd bleek het toch goed georganiseerd. Iedereen was gevraagd wat te eten mee te nemen en per stom toeval bleek dit zo gedaan te zijn dat er voor iedereen een voor-, hoofd-, en nagerecht was. Niet iedereen verbaasde zich hierover aangezien het kerstdiner feilloos over ging in een keukenfeestje. Ook onze keuken hebben we even mooi in kerstsfeer gebracht met een lichtslingertje. Wat voor ons alleen zichtbaar is als we in de andere keuken zitten aangezien er sinds deze week een bewegingssensor is geïnstalleerd en je het normale licht niet uit kan doen. Je verzint het niet.

Aangezien we een redelijk ongeregeld zooitje zijn heeft de universiteit vandaag maar een bijeenkomst georganiseerd waar iedereen kreeg te horen wat er precies nog geregeld moet worden voor vertrek en hoe dat moet. Eenmaal aangekomen bij de presentatie, die schijnbaar niet voor ons bestemd was gezien de titel “december 2013”, bleek dit een kwartiertje in beslag te nemen. Had maar gewoon even gemaild mensen. Alhoewel er wel gratis broodjes na afloop te verkrijgen waren. En Nederlanders blijven we. Er werd bovendien nog even een kort reclame praatje gehouden over de masters die hier gegeven worden, omdat wij heel graag terug willen komen. Dat weet zij. Wij niet. Zij wel. Ook werden we even gewaarschuwd voor een kleine cultureshock als we terug komen in ons eigen land. Goh, waar heb ik dat nou eerder gehoord? Oh ja, toen ik hier aankwam. Schijnbaar is een cultureshock nodig. In ieder geval, ik waarschuw maar vast, want ik heb vernomen dat jullie me allemaal irritant gaan vinden, omdat ik het te veel over Zweden zal gaan hebben. Ik zal iedereen die wat wilt weten maar naar deze site verwijzen.


Ik weet hoe culturele informatie op prijs wordt gesteld en dus is het leuk om even te vertellen dat het vandaag Lucia is. Wat het nou echt inhoudt is me eerlijk nog steeds niet duidelijk en ik begin het gevoel te krijgen dat de meeste Zweden het je ook niet uit kunnen leggen. In ieder geval houdt het in dat er dames zijn in een witte nachtjapon die dan Lucia voor moeten stellen. Een beetje als een kerstengeltje. Ik heb me laten vertellen dat zij de eerste vrouw van Adam moet zijn geweest. Het doet een beetje aan als een soort generale repetitie voor Kerst.


woensdag 5 december 2012

Zweedse Nieuwsbrief #17



Treinen  rijden niet meer, mensen breken hun benen, blijven thuis en heel Facebook en daarmee het hele land is in rep en roer, want het sneeuwt. Ha! Nederland.. Wat is het toch een schattig tafereel om te zien vanuit een land waar inmiddels 15 centimeter sneeuw ligt, de temperatuur onder de -15 duikt, treinen gewoon op tijd rijden en de paden prima te bewandelen zijn. Dat irritante gestrooide grind wat ik eerst nog uitlachte redt nu levens. Die Zweden blijken toch te weten wat ze doen, want al dat sneeuw en ijs zorgt er maar soms voor dat je uit moet kijken dat je niet die de stoeprand kopt. De Spanjaarden heb ik, zoals verwacht, sinds donderdag niet meer gezien en me Somalische internetpiraat is plots teruggegaan naar Ethiopië, waardoor wij nu ons internet van iemand anders moeten lenen.

Het stuk hierboven had ik gisteren getypt. Vervolgens, een paar dagen na het besluit niet naar Lapland af te reizen, werd ik vanmorgen wakker, keek ik op me laptop en zag ik een paar posts over Stockholm, Siberië. Toen keek ik eens naar buiten. Blijkt dat er een sneeuwstorm los is gebarsten die inmiddels meer dan een halve meter sneeuw over ons heen heeft gestort. De bussen schijnen nog wel te rijden maar na een kwartiertje wachten zijn we maar huiswaarts gegaan. Wat nog niet makkelijk is, want lopen gaat lastig en de sneeuw met wind doet serieus pijn aan je gezicht.  Leuk feitje. Vandaag is het weerbericht “kans op sneeuwbuien” en morgen is het “zware sneeuwbuien”. Het was leuk jullie gekend te hebben. Ik zou het graag op foto’s vastleggen maar die doen het niet echt recht. Je ziet geen hand voor ogen, je ogen zijn amper open te houden en je mag blij zijn als je nadat je door een halve meter sneeuw bent gezakt niet net een stoeprandje aantikt waardoor je op je plaat gaat. Dolle sneeuwpret.

Afgelopen donderdag was er een introductiecollege voor me nieuwe vak. Understanding organisations. Ik denk dat we eerst zullen moeten leren hoe we deze leraar moeten begrijpen, aangezien de beste man een nogal beschonken, verwarde indruk maakte. De man, die ernstig op Arthur uit The King Of Queens lijkt, had ons college lekker van vijf tot acht gepland zodat ie zeker wist dat we niets anders hadden. Dat was wel gelukt, zeker aangezien ie na drie kwartier tot de conclusie kwam dat ie eigenlijk niets te vertellen had en we vandaag wel zouden zien wat we gingen doen. Dat college heb ik dus niet weten te bereiken. Nog enigszins verward over dit optreden begon de sneeuw zich buiten op te stapelen en was het eerste massale, drie uur lange sneeuwballengevecht een feit.

Met de dalende temperatuur komt een zekere neiging tot thuisblijven. Ineens komen al die verhalen over Zweden die de winter zien als de tijd van lekker binnen hun boek lezen en warme chocolademelk naar binnen werken toch een stuk logischer over. Desalniettemin hebben wij het voor elkaar gekregen om onze trip naar de binnenstad op de koudste dag van de week te prikken. Na het laatste college van ons vorige vak gingen we met de trein naar Stockholm, waar we een paar kerstmarkten hebben bekeken die natuurlijk precies zo zijn al in de rest van Europa. Enige verschil is dat hier onze tenen van de voeten en je oren van je kop vroren. Uit bittere noodzaak zijn we het eerste de beste café ingedoken waar we gewoon een van de elfjes tegen kwamen. Het kleinste serveerstertje van het noordelijk halfrond kunnen we wel met enige zekerheid zeggen.  Hier maakten we overigens ook nog even de klassieke fout om over het koppeltje naast ons te roddelen in de veronderstelling dat die ons toch niet begrepen. Zelfs toen ze praatten hadden we het niet door. Wat bleek? Limburgers. We hebben maar even afgerekend en zijn weer op pad gegaan.

Inmiddels is er een heuse chaos ontstaan rond kerst hier. Het wordt namelijk hoe langer hoe onduidelijker hoeveel mensen er nou aanwezig zijn of in Lapland zitten, of waar dan ook. Ik begin het gevoel te krijgen dat er nu zoveel initiatieven zijn dat we het een keer of acht zullen vieren dit jaar. Een beetje jammer is dat wij deze week op kerstbomenjacht wilden gaan, maar alle geschikte bomen zie je nu dus niet meer door de sneeuw. We hebben besloten er maar zelf een te maken van alle blikjes die hier in de loop der tijd zijn verzameld.

Met nog iets meer dan een maand te gaan en de startende afsluitingsprocedures lijkt het alsof het veel korter was dan gedacht. Vooral november, waar ik onbedoeld mee heb gedaan aan “movember”, is in een flits omgevlogen. Nu het einde nadert begint het toch wel een dubbel gevoel te worden. Waar je aan het begin dacht “ach het zijn maar vijf maandjes”, denk je nu eerder “hm.. het zijn maar vijf maandjes..”. Aan de andere kant begin ik steeds vaker Nederlandse radio te luisteren en het nieuws te kijken.

Ik heb net gehoord dat er een code 2 waarschuwing is afgegeven hier voor het weer. Nou ben ik wel wat weeralarmen gewend, aangezien het KNMI nou niet de meest dappere mensen van het land zijn, maar als er hier een alarm wordt afgegeven staat ons waarschijnlijk toch nog wel wat te wachten. Er wordt verwacht dat er tussen de 20 en 40 centimeter sneeuw valt. Dat betekent dus dat die bovenop de dik halve meter vallen die er al ligt. Moraal van het verhaal. ’t Is hier best fris.

woensdag 28 november 2012

Zweedse Nieuwsbrief #16



Als je net jarig bent geweest word je geacht wijzer te handelen. En dus heb ik de volgende dagen uit bittere noodzaak maar in de bieb doorgebracht. Gezien het feit dat onze eerdere vakken nou niet bepaald intensief te noemen waren, heeft iedereen november een beetje volgeboekt met tripjes en reisjes. Wisten wij veel dat ons derde vak ineens elke week een deadline zou hebben. Er was dus een klein planningsprobleempje, aangezien vier van de vijf van onze werkgroep verspreid over Europa zaten. Uiteindelijk is het na wat communicatieproblemen met onze Italiaanse en Duitse collega’s wel goed gekomen, maar een lesje samenwerken en tot tien tellen was het wel.

Zoals aangekondigd was het aan het eind van de week tijd voor een flitsbezoek aan Polen. Als het Nederlands Elftal het in een paar dagen gezien kan hebben, kan ik het ook. Na een ongelooflijk lange busrit in het donker waren we eindelijk in niemandsland, waar een landingsbaan lag. Iets meer dan een uur later kwamen we aan op een vliegveld wat er precies hetzelfde uitzag. Het was dat geen van de borden meer te begrijpen was, dat we konden zien dat we in Polen waren. Waar ik eerder zei dat Fins onbegrijpelijk is moet ik dat misschien enigszins terugnemen. Pools is namelijk echt geen touw aan vast te knopen.

Verwelkomd door een haag van Poolse taxichauffeurs die je bijna hun taxi in hijgen, waren we aangekomen in, wat later bleek, een andere wereld. Met de bus en de trein kwamen we uiteindelijk aan in Warschau. Het centraal station is eigenlijk een groot ondergronds winkelcentrum waar we onze ogen niet konden geloven toen we zagen hoe goedkoop eten was. Niet alleen is er aan Pools geen touw vast te knopen, de Polen spreken ook geen woord over de grens, behalve Russisch. Helaas is mijn Russisch niet wat het geweest is en zo krijg je dus de situatie dat je op het centraal station van de hoofdstad van een land staat waar geen mens een woord van je verstaat. En alsof dat nog niet lastig genoeg is blijken de beste mensen ook niet gediend van gebaren taal. Je zoekt het maar uit.

Toen we het station uitkwamen was het eerste wat je zag een rij wolkenkrabbers die me toch wel enigszins verbaasde. Naast al deze hypermoderne gebouwen en een mall waar je erg goed kan eten, stond één oud gigantisch gebouw wat duidelijk van de Sovjettijd was. Nou was dit een mooi gebouw maar de Polen hebben het voor elkaar gekregen om door middel van een gigantisch reclamebord en afzichtelijke lichteffecten er een kerstboom van te maken. Je merkt bijna in de hele stad de sfeer van vroeger nog wel, wat ze charmes heeft maar ook een enorme triestheid soms.

En half uur wandelen verder, waren we in een toch wat minder modern gebied om het zacht uit te drukken en kwamen we bij ons hostel aan, genaamd El Hostel. Dat krijg je als je met een stel Spanjaarden op stap gaat. Een beetje onverwacht, gezien de redelijk vervallen wijk waar we in liepen, was het hostel van binnen erg mooi en schoon.  Dezelfde avond hebben we kennis gemaakt met de politie die per persoon 50 Zlotys eiste omdat we bier bij ons hadden. Dat komt neer op zo een €12,- maar aangezien geen van beide heren Engels sprak duurde het zo een uur voordat iedereen klaar was. Met als afsluiter dat we wegliepen en de heren ons nariepen dat we ons bier vergaten en het gewoon moesten verstoppen. Bedankt mannen dat had een uur eerder gekund. De dagen die volgden hebben we overigens elke dag de politie gesproken want schijnbaar ben je als toerist een gewild doelwit voor de vervelende verveelde Pool in uniform. Met als klap op de vuurpijl; staande gehouden worden om twee uur in de nacht omdat je door een rood licht loopt en er werkelijk uit het niets een politieauto aan komt scheuren. Ik denk dat ik nog nooit zo verbaasd gekeken heb. Wat een ellende

Op zondag zijn we naar Krakau gegaan om Auschwitz te bezoeken. Wat op de heenweg met de bus een uurtje is en op de terugweg een dikke twee uur. Hoe dat kan, geen idee. Auschwitz was indrukwekkend en toch wel erg anders dan ik had verwacht. Voor mij was dit ook wel een van de belangrijkste redenen om naar Polen te gaan. Helaas hadden we geen tijd meer om Birkenau te bezoeken, want het openbaar vervoer rijdt niet heel regelmatig. Dat werd nog een bewezen toen wij, terug in Krakau, alvast ons treinkaartje wilden kopen voor die avond. Toen bleek ineens dat de laatste trein over een kwartier ging. De helft van de groep gingen bij een ander loket hun kaartjes kopen i.v.m. tijdnood, om na twee minuten terug te komen met de boodschap dat degene die hen hielp volhield dat er geen trein was (Volhouden in polen is gewoon nee schudden en je niet meer aankijken). De trein die duidelijk op het bord boven d’r hoofd stond en waar wij kaartjes voor kregen. Van Krakau heb ik dus niets gezien. De treinrit bedroeg een krappe zes uur (net als de heenweg die we om één uur ’s nachts begonnen) in een oude trein die door ons Amerikaanse vrienden treffend werd vergeleken met de trein van Harry Potter. Alleen dan oud en stinkend.

Om Polen maar niet helemaal af te kraken, de generatie van mijn leeftijd zijn best aardige mensen en die spreken gebrekkig of goed Engels. Bovendien is eten en drinken daar niet alleen goedkoop maar ook nog is heel erg goed. Zo hebben we in een oud communistisch “melk café” gegeten. De dames keken niet bijzonder vrolijk maar het eten was heel goedkoop en heel lekker. Je kon merken dat ze het al decennia deden en niet alleen door het plezier wat van hun gezichten afstraalde. Dit café was bij de oude stad van Warschau wat best leuk is om te zien. Niks is oud omdat het in WO II allemaal is plat gegooid en erna herbouwd, maar dat is wel mooi gedaan. Bovendien kwamen we op de kerstmarkt nog een Nederlands kraampje tegen van een koppel wat niet zou misstaan in een uitzending van “Ik vertrek”. Inclusief slechte voorbereiding, marktonderzoek en “lekker-wat-anders we-zien-het-wel”-instelling. Ik vermoed dat ze er over vijf jaar niet meer staan maar wie weet. Al met al, ik zal niet zeggen “eens en nooit weer”, maar voorlopig niet. Toen ik in Stockholm centraal liep voelde het alsof ik weer thuis was.

Het eerste sneeuwalarm wat ik hier af heb gegeven was enigszins loos alarm. Jammer genoeg is het nu dan toch aangebroken. Het moment dat het sneeuwt. En sneeuwt. En het blijft sneeuwen, de temperatuur onder nul duikt om nog verder te dalen komende dagen en de Spanjaarden gaan beseffen dat ze niet wisten wat ze wensten. Het vooruitzicht van hen ploeterend door de sneeuw maakt de sneeuw al een stuk mooier.

dinsdag 20 november 2012

Zweedse Nieuwsbrief #15



De dinsdag begon met een HRM gastcollege van een dame die verdacht veel weg had van mevrouwtje theelepel. Een fijne sessie van een krappe zeven uur waarin ik meer heb geleerd dan de laatste twee maanden in totaal. De aanhouder wint en schijnbaar ben ik dat. We hebben namelijk eindelijk een soort van normaal brood gevonden in de vorm van een soort pitabroodjes. Prima te gebruiken als boterhammen dus de hagelslag kan weer worden gebruikt. Buiten dat is onze keuken eindelijk grondig schoongemaakt en nu nog steeds schoon dus we kunnen die ook eindelijk gebruiken in plaats van in onze kamer te koken. Na twee dagen van huiswerk was het tijd om weer een boot naar de volgende tijdszone te nemen. Dit keer ging de reis naar Helsinki.

Eenmaal aangekomen begreep ik de negativiteit over deze stad niet helemaal omdat zelfs de haven er eigenlijk best mooi uitzag. Ik verwachtte dan ook dat de drie kerken die in zicht waren de gehele stad waren en daarna de toendra begon maar niets was minder waar. Waar ik zo vaak gehoord heb dat Helsinki zo klein is, heb ik een halve marathon gewandeld. Na even goedkoop ontbeten te hebben in de kantine van de plaatselijke universiteit begon de wandeling pas echt. Veel meer dan gebouwen bekijken hebben we eigenlijk niet gedaan maar het was redelijk mooi om te zien. Al snel viel op dat de meeste straatnamen en andere woorden die je op straat tegenkwam zoals bestemmingen van trams niet alleen in het Fins maar ook in het Zweeds waren geschreven. Gelukkig maar, want Fins is echt voor geen meter te begrijpen. Met de woordlengtes die ze hebben moet galgje een redelijk langdradig spel zijn. Ik begon me bijna af te vragen of ze het zelf wel begrijpen en daarom maar de Zweedse vertaling er steeds onder zetten.

De Finnen blijken een opportunistisch volkje. Waar mijn reisgenoot even stond te wachten op zijn bestelling voor een gesloten kassa stonden er binnen de minuut acht mensen in de rij achter hem. De verwarring toen ze niet geholpen werden was redelijk vermakelijk. We waren aan het eind van de dag en na een kopje thee waren we op zoek gegaan naar een supermarkt aangezien eten op de boot redelijk prijzig was. Supermarkten in Helsinki zijn niet makkelijk te vinden hebben we ondervonden. Na letterlijk drie kwartier te hebben rondgelopen in die stad hadden we er nog steeds geen gevonden. Na even navragen bleek er een supermarkt in een winkelcentrum onder de grond te zitten. Waar we vlak voor stonden. Tjah. Deze speurtocht had ons wel wat tijd gekost en dus werd het haasten om onze boot te halen. Gelukkig haalden we hem met nog een half uurtje speling.

De boot waar we op zaten was redelijk enorm te noemen. Wie denkt dat het woord “cruise” overdreven is blijkt het mis te hebben. Er waren een restaurants, een zwembad, casino, theater (waar ’s avonds een Finse travoshow aan de gang was) en natuurlijk de winkels met bergen chocola en alcohol. Waar je om de een of andere reden geen foto’s mag maken van Hannah. Wij zaten trouwens op de tweede verdieping. Onder het autodek. Wat de lage prijs dan wel weer verklaarde, hoewel de cabines alsnog prima waren afgezien van wat dronken Finse heren die bijna door de muur kwamen.

Op de dag dat we terugkwamen uit Helsinki kwam de Sint niet alleen in Nederland in het land maar ook hier in Stockholm was de intocht. Dit is geen grap. Helaas konden we het niet meemaken maar De schoen wordt gezet! Veel meer dan stof komt er helaas niet in. Wel was mijn verjaardag gister en dat was ik eerlijk gezegd een beetje vergeten. Na een aantal vragen of ik het ging vieren hebben we last-minute toch maar besloten om weer eens een keuken in beslag te nemen en de mensen waarmee ik hier omga uit te nodigen om een drankje te doen. Dat werden wat meer drankjes en een geslaagd feest waar toch nog vrij veel mensen op af kwamen. Tegen het ochtendgloren gingen we maar eens naar bed om niet veel later nog redelijk onder invloed richting de universiteit te wandelen.

Er wordt druk gediscussieerd over plannen maken om naar Lapland te gaan onder het mom van nu we er toch zijn. Niet dat achterop een hondenslee staan nou een levensdoel van mij is maar je doet het niet zo snel op de grachten. Enige probleem is een beetje dat het daar ongeveer een uur licht is wanneer wij erheen willen en ik in me badkamer de ervaring van geen hand voor ogen zien ook wel kan meemaken. Maar natuurlijk heb je bijvoorbeeld het Noorderlicht. Enfin we moeten even uitzoeken of het de prijs waard is. Donderdag gaan we richting de grootste concurrent van Volendam. Polen. En dan niet de Noordpool maar het land. Niet alleen is het een mooie kans om er heen te gaan aangezien ik het anders niet zo snel zou doen, ook is de reis daarheen plus onkosten daar uiteindelijk goedkoper dan die dagen hier doorbrengen. Winwin. Klein minpuntje is dat ook dit vliegveld niet bepaald met het blote oog te zien is vanaf hier. Een aangezien we ’s ochtends vliegen zullen we de nachtbus moeten pakken om daar te komen. Ik kan niet wachten.

maandag 12 november 2012

Zweedse Nieuwsbrief #14



Na wat klachten dat mijn culturele interesses waren verdwenen, heb ik mezelf maar weer eens naar een tentoonstelling gesleept. Niet bepaald eentje die speciaal is voor Stockholm maar de keuze was gevallen op de Body Worlds Tentoonstelling. Eenmaal aangekomen bleek dit in een gebouw te zijn met de, gezien het onderwerp, nogal dubieuze naam “Tom Tits experiment”. Binnen bleek Tom Tits experiment eigenlijk weinig met de tentoonstelling te maken te hebben. Het is een beetje de Zweedse versie op Nemo in Amsterdam met ergens op de vierde verdieping de Body Worlds tentoonstelling verstopt.

Als je even een middagje kinderachtig alles wilt uitproberen van bellen blazen tot lachspiegels en een glijbaan van de derde verdieping naar beneden (die nog verdomde hard ging), is dit een goede. Misschien niet helemaal nodig om te zeggen dat ik me prima vermaakt heb. Wij kwamen daar om een uur of één aan en kwamen rond vijf pas aan waar we eigenlijk voor kwamen. Gezien het feit dat de tent sloot om zes was het nog even opschieten en waren we de laatste die het gebouw verlieten. De echte tentoonstelling was vooral interessant en eigenlijk zo bizar dat je niet beseft dat er echte mensen tentoongesteld staan. Het blijft alleen nog maar een paar weken als ik me niet vergis dus voor anderen is dit misschien niet zo interessant. Maar de rest is alsnog een garantie op een erg vermakelijke middag.

’s Avonds was het tijd om weer even internationaal te doen. De Amerikaanse verkiezingen waren op tv dus dat was een goede reden om met ze allen in een keuken te verzamelen met de nodige alcoholische versnaperingen. Na vier uur kregen we door dat Amerikanen hun kiezers fijn beïnvloeden door niet alle staten tegelijk te laten stoppen met stemmen. Prima maar dat betekende dus voor ons dat het wel heel laat werd. Gelukkig waren we de volgende dag weer eens vrij dus echt een probleem was het ook weer niet.

Eindelijk had ik de kans om te zeggen dat ik naar een warm landje ging toen ik op het vliegtuig naar Amsterdam stapte. Wie had dat ooit gedacht. Donderdag ochtend ging ik op pad richting Arlanda airport waar ik al eens eerder over verteld heb. Verschil is dat ik toen met de auto ging. Iedereen kent dat moment dat je naar het eindpunt van de trein moet en je ziet iemand halverwege in slaap vallen. Met jezelf maak je dan de weddenschap of ie wakker zal worden voordat je bij de laatste halte bent en of ie dan zijn halte gemist heeft. Of ik doe dat alleen, dan is het een aanrader. Zo ook deze keer. Nou was de weddenschap of ie wakker zou worden niet heel lastig te winnen want deze man snurkte zo hard dat er geen geluid kon zijn wat hem wakker maakte. En zo werd ie wakker op het eindpunt met een onbetaalbare “Oh f*ck…”. Van daar moest er nog een bus genomen worden die nog langs een paar weilanden bezaaid met schapen rijdt. Om even aan te geven waar dit vliegveld ligt. Na de buschauffeur gevraagd te hebben hoeveel haltes het nog was naar Terminal 2 werd het gas even open getrokken. De man dacht waarschijnlijk dat ik haast had terwijl ik veel te vroeg was. Het vliegveld op zich stelt niet heel veel voor maar het had gelukkig een paar frustrerende free WIFI-spots waar je niet op in kan loggen.

Gele nummerborden, regen, normaal brood en een mogelijke snelheidsbekeuring. Het was goed om weer even terug te zijn in Amsterdam. Het was ook wel een beetje raar om er zo kort te zijn, want je voelt je bijna een toerist in je eigen stad. Eigenlijk heb ik in Zweden geen moment last gehad van heimwee, maar als je door Amsterdam loopt voelt de stad waar je bent opgegroeid toch wel weer als thuis. Een paar feestjes later ging ik vrijwel direct vanuit het laatste feestje richting Schiphol. De nacht doorhalen voor je vlucht blijkt niet heel handig want behalve wat soorten Nederlandse snoep en lekkernijen ben ik voor de rest werkelijk alles zoals een sjaal vergeten mee te nemen.

De vlucht op zich is in een poep en een scheet voorbij wat bijna jammer is als je slaap te kort heb. Waar naast mij enige Zweden zich bezatten aan de gratis wijn werd aan de andere kant door een Zweedse dame even uitleg gevraagd waarom wij een puntje met kaas kregen als lunch in plaats van een warme maaltijd. Welkom in Nederland. Hopelijk slaat dit soort lunches aan en kan ik hier binnenkort fatsoenlijk brood kopen. Niet veel later toen we ongeveer over Denemarken heen zweefden, klonk er voorin het vliegtuig ineens een gil. Gezien het rondje van de stewardessen dacht ik eerst dat iemand kokend water over zich heen kreeg. Echter, iemand bleek een epileptische aanval te krijgen. Na de redelijk paniekerige gil van de purser of er een dokter in het vliegtuig aanwezig was stonden er  acht op. Ik ben er nog niet zeker van of alle doktoren naar Zweden vluchten gezien de plannen van de zorgpremie maar dat was toch wel verrassend. Uiteindelijk wisten we tot de landing niet echt wat er aan de hand was ondanks de redelijke hectiek. Toen er werd omgeroepen dat we met spoed waren doorgevlogen en voorrang kregen om te landen werd wel duidelijk dat de vrouw er niet best aan toe was. Toen na de landing, die met redelijke hoge snelheid was, de ambulancebroeders een half uur bezig waren konden we eindelijk het vliegtuig verlaten.

Terugkomen hier voelde een stuk vertrouwder dan je zou denken. Je beseft ineens hoe goed je al de weg en gewoontes kent. En als je ze even vergeet word je daar wel op gewezen. Eenmaal terug in Zweden werd ik namelijk door een vriendelijke blondine weer even naar de rechterkant van de roltrap gebeukt aangezien ik in de weg stond, bemoeide iedereen zich weer met zijn eigen zaken en kon de jas wel weer dicht tegen de poolwind. beetje tegen de traditie in moest er huiswerk gemaakt worden en dus was echt bijslapen er nog niet bij, maar hopelijk gaat dat vanavond lukken. Inmiddels is het hier in Björnkulla redelijk rustig aangezien veel op de boot naar Riga zitten. Zelf gaan ik met een grote groep naar Helsinki aan het eind van de week. Maar eens kijken of die mensen die nota bene door Zweden depressief en sip worden genoemd echt zo triest zijn. 

maandag 5 november 2012

Zweedse Nieuwsbrief #13



We zitten op de helft van het uitwisselingsprogramma en aan het eind van de week staat er een weekendje Amsterdam gepland. Wie bang is in het donker heeft een broertje dood aan deze stad nu want rond vier uur is het donker en rond drie uur komt de zon al niet meer boven de bomen en bergen uit. Wat dus als gevolg heeft dat je soms rond half vijf wilt beginnen met koken. Enige voordeel is, je hebt wel veel aan je avond.

Deze week was een beetje afwijkend van wat we gewend zijn. Het was namelijk een week van studie. Met twee deadlines was het door enig uitstelgedrag toch nog aardig druk geworden en heb ik zelfs een boek moeten lenen bij me grote vriendin in de universiteitsbibliotheek. Dat ging zo stroef als ik het verwacht had want ik kreeg steeds het verkeerde bonnetje. Maar goed de eerste punten van het jaar zijn al binnen ook al hebben we het gevoel dat de leraar de beoordeling nogal met de natte vinger heeft gedaan. Onze Erik kan het allemaal niet zoveel schelen. Aangezien we Erik ook voor dit vak hadden was de inzet dan ook iets lager en zullen die punten ook wel veilig gesteld zijn. Al met al zijn we de week dus prima doorgekomen.

Helaas hebben we afscheid moeten nemen van onze lievelingsleraar die nog wel eens een pauze van een kwartier uit wist te rekken tot drie kwartier. Het volgende vak is namelijk vandaag begonnen en dat wordt gegeven door iemand anders. Om te zeggen dat de vakantie over is, is misschien overdreven maar we zullen meer moeten gaan doen. Dus we zullen iets moeten gaan doen eigenlijk. De dame die Human Resource Management geeft, waarvan de naam echt niet te onthouden is, is een stuk serieuzer maar heeft een accent wat nog wel eens komisch kan zijn. Bovendien heeft ze een trekje waar ik eerder over gehoord had maar nooit heb meegemaakt. Zweden schijnen namelijk de gewoonte te hebben om hoorbaar kort in te ademen in plaats van instemmend te “mhm-en” of “ja” te zeggen als iemand ze iets vertelt. Hoorbaar is in dit geval nogal zacht uitgedrukt. Bij het rondje waarbij iedereen zich voor moest stellen dacht ik dat ze zich rotschrok toen ik zei dat ik in Amsterdam studeer. Na vier keer dat schrikgeluid gehoord te hebben begreep ik dat dit die gewoonte was van kort instemmend inademen. Echt eraan wennen is alleen niet makkelijk dus het houdt wel je aandacht bij het college.

Al meer dan een week werd er hier gepraat over dat ene feest waar ik toch altijd zeer weinig voor voel om aan mee te doen. De Amerikaanse variant op carnaval. Zoals in Nederland doe ik niet mee aan dit soort zet jezelf voor schut met een maf pak feestjes. Dacht ik. Inmiddels ben ik twee Halloween feesten verder. Eenmaal als joker en eenmaal als Duitser. Het eerste feest was op de dag van Halloween zelf en was gewoon in een keuken hier, vandaar dat ik er helaas niet meer omheen kon. Uiteindelijk was het nog wel leuk maar verf op me gezicht is toch niet iets waar ik enorm gelukkig van word. Het tweede feest was even een ander verhaal. Dat was namelijk in Lappis. Een soort campus van de Universiteit van Stockholm die ongeveer aan de andere kant van Stockholm ligt. Vergelijkbaar met onze campus is het niet want hier staan echt tientallen flatgebouwen. De ervaring leert dat zo een reisje naar een feest wel eens fout gaat met ons maar nadat de groep op een gegeven moment twee kanten op ging kwam iedereen toch tegelijkertijd aan. Het feest was in een soort kelder van een basisschool wat misschien een beetje een onhandige plek was gezien er honderden mensen op af zouden komen volgens facebook. Het werd op een gegeven moment dan ook zo druk dat we maar weggegaan zijn.

Onder het kopje “wat-is-dit-nou-weer”-momenten is er weer een nieuwe ster. Waar ik in april aan heb moeten geven of ik een mentor zou willen als ik hier kwam heb ik daarmee ingestemd. In de daarop volgende tijd heb ik daar niets meer over gehoord en hier kregen we te horen dat er te weinig mentoren waren. Prima, want door heel wat Zweedse mensen me te laten uitlachen had ik toch zelf wel me weg gevonden inmiddels. Reeds bijna twee en een halve maand later en daarmee op de helft van me avontuur op de bijna Noordpool kreeg ik donderdag ineens een berichtje. Van een zekere dame die ook op Södertörns studeert en vanaf nu mijn “sponsor” zou zijn. Niet helemaal zeker of dit suggereerde dat ik een alcoholverslaving op had gelopen ging ik er maar vanuit dat ze mentor bedoelde. Inmiddels heb ik er laten weten dat ik waarschijnlijk niet veel aan er zal hebben maar dat tips welkom zijn. Niet geheel verrassend heb ik nog niets van me gloednieuwe mentor gehoord.

vrijdag 26 oktober 2012

Zweedse Nieuwsbrief #12


Terwijl ik dit typ zijn we inmiddels al twee maanden onderweg en vallen de eerste sneeuwvlokken. Niet dat je dat normaal zou merken, maar aangezien alle zuiderlingen op het moment buiten lopen te krijsen dat het sneeuwt is het moeilijk te missen. Met het vooruitzicht van nog verder dalende temperaturen wordt het misschien toch eens tijd de winterjas tevoorschijn te halen. Het voordeel is dat waar de voorgaande weken drab was nu een bevroren begaanbaar pad ligt. Nadeel is dat waar voorheen een pad lag nu een potentiële ijsbaan zich vormt. Maar goed deze nieuwsbrief is iets later dan normaal en dat had een reden. Ik ben namelijk met een groepje medestudenten maar eens de andere kant van de Oostzee gaan bekijken. De reis ging naar Riga. En wel per boot.

Nou staat Riga niet bepaald bekend als het Parijs van de regio en dat was eigenlijk ook niet de echte reden van dit tripje. Op de boot is alcohol namelijk aanzienlijk goedkoper en deze reisjes worden dan ook gebruikt om voor een paar maanden alcohol in te slaan. Gezien onze routines was dit geen slecht idee voor ons. Er staan meer tripjes gepland want het is echt verschrikkelijk goedkoop. Zo goedkoop dat je toch even kijkt waar de reddingssloepen hangen.

De boot vertrok om 17:00 vanuit de haven van Stockholm en we kunnen wel zeggen dat dat niet het meest mooie deel is wat ik gezien heb. Het is dan ook een haven. Wat wel erg mooi was om langs Stockholm weg te varen en zo de rotsen met de herfstachtige kleuren voorbij te zien schuiven. Ook al was de wind natuurlijk bitterkoud. Toen we die kou wel gehad hadden gingen we maar eens het schip onderzoeken aangezien het toch redelijk groot was. Zo rondlopend kon ik me niet van de indruk onttrekken dat ik in een wegrestaurant liep. Het aantal types vrachtwagenchauffeur met een gezicht op onweer was namelijk aanzienlijk.
Nadeel van de goedkope alcohol is dan wel weer dat deze figuren ’s avonds dus stomdronken zijn. Eerlijk gezegd kan ik me niet voorstellen dat er nooit een over boord gesprongen is. Toen we ’s avonds laat nog even in een wifi zone gingen zitten hoorden we een eindje verderop de karaokebar kraaien. We besloten iets dichterbij te gaan zitten en zagen tot onze stomme verbazing een paar van onze medestudenten in de karaokebar zingen. Al snel zaten we er naast en stonden we, na een dronken viking en de klassieke doch redelijk tegenvallende “ik-steel-de-show-in-de-karaokebar”mevrouw, Angels van Robbie Williams te schreeuwen.

De volgende ochtend werden we gewekt door een speaker die in ongeveer 28 talen wilde vertellen dat we bijna in Riga waren. Verwelkomt door een nog afzichtelijkere haven liepen we maar achter de enige voorbereide persoon in onze groep aan. De eerste indruk was nou niet bepaald indrukwekkend te noemen. Het leek of er sinds de val van de muur weinig veranderd was en eigenlijk ben ik ook wel zeker dat dat zo is aan de bladerende verf te zien. Al snel werd de stad mooier bij een park en ambassades en later ook een gigantische kerk. Toch kon ik niet enige verbazing onderdrukken dat dit een EU-lidstaat is. Na een bezoekje aan de mac werd het vanzelfsprekend een stuk beter. Het centrum is best leuk met leuke tentjes waar je een bakje koffie kan drinken. Verder zijn er vooral drie grote winkelcentra wat eigenlijk ook meteen de modernste gebouwen in de stad zijn.

Na een uur of vier hadden we de stad eigenlijk wel gezien en gingen we langs de rivier terug naar de boot die twee uur later weer zou vertrekken naar “huis”. Er zijn wel een hoop musea, ook over onderwerpen waar je spontaan van gaat lachen, maar daar hebben we in Amsterdam ook wel een handje van. We hadden alleen te weinig tijd om zulke dingen te bezoeken. Bijzonder om te zien was dat aan de overkant een paar gigantische hypermoderne kantoorgebouwen stonden onder andere van Swedbank. Ik denk dat ik op weinig plekken ben geweest waar het verschil tussen arm en rijk zo schrijnend was als je eens goed om je heen keek.


Niet veel later lieten we Riga weer achter ons. Het was misschien niet de mooiste stad maar toch wel mooi om gezien te hebben. De avond werd weer gevierd met een karaokebezoekje, maar dit keer hadden we de hele groep opgetrommeld. De mensen die de dag ervoor er waren, waren er ook dit keer weer alleen nu nog meer dronken. Behalve heel wat slechte optredens bleken we ook een echte zangeres in ons midden te hebben. Na dit avontuur gingen we nog even door naar de “disco” die er boven zat en toen we de nodige airhockey partijtjes hadden afgewerkt was het toch maar slim om te gaan slapen aangezien we de volgende dag onze buit naar huis moesten slepen.

Met de gedachte dat ik net in me bed lag, werden we alweer gewekt door de meertalige aankomstomroeper. En dus begon de reis terug naar huis die met het openbaar vervoer ongeveer een uur zou duren. Amper van de boot af begaf de onderkant van ons steekkarretje het, wat met 30 liter bier erop toch wel zorgwekkend was. Na heel wat angstige momenten waren we terug in Björnkulla met onze buit nog in tact om maar meteen door te gaan naar een college.

Alsof we het wisten was er woensdagavond voor de exchange studenten een uitje naar een karaokebar in Stockholm. Vol van enig vertrouwen door onze training gedurende de bootreis ging ik daar dan ook vol goede moed naar toe. Ik zou ook wel wat zingen. Eenmaal binnen bleek ik niet in een karaokebar te staan maar op de set van Xfactor. Ik heb nog nooit zoveel mensen in een karaokebar gehoord die ook echt goed konden zingen. De moed zakte iedereen dan ook al snel in de schoenen en uiteindelijk zijn er niet heel veel mensen het podium op geklommen van ons. Dat leek mij ook maar het beste.
Karaoke, met de training achter ons konden we dat ook wel in stockholm proberen maar dat bleek een talentenshow.

dinsdag 16 oktober 2012

Zweedse Nieuwsbrief #11



Zoals vorige week verteld zit het eerste vak erop. Het werd dus tijd voor een nieuw vak, nieuwe kansen en een nieuw onderwerp. Waar het niet dat het nieuwe vak in hetzelfde lokaal is, op dezelfde tijd, met dezelfde leraar en dezelfde opzet. Het enige verschil is het woord wat achter “International” staat. Na het eerste college was de algemene stemming dan ook dat de vakantie nog even voort duurt. Met dat in het achterhoofd konden er weer plannen gemaakt worden.

Wie naar een ander landje gaat, hoort zich aan te passen en dus was het tijd om de eerste ijshockeywedstrijd van mijn leven bij te wonen. Waar er eerst weer even een hopeloze poging werd gedaan om met de plaatselijke jeugd te hockeyen, gingen we met een groepje vanuit Flemingsberg kijken naar het echte werk. Eenmaal aangekomen bij de Globe Arena van Stockholm, waaronder je je kaartjes moest halen, kwam ik erachter dat het zaaltje achter me het ijshockeystadion van AIK was. Al met al geen klein gebouw, maar misschien hadden ze het beter niet naast een gigantische globe kunnen zetten. Gewend aan de oorlogstaferelen rond een voetbalwedstrijd in Nederland, was de politieaanwezigheid hier beangstigend mager te noemen. Dat gezegd hebbende, de politieagenten die er waren hadden dan ook wel een uitrusting om voor tien te tellen.

Eenmaal binnen was het “zaaltje” toch een behoorlijk stadion met een leuke sfeer. Bier was hier overigens gewoon te koop. Dat kon je dan wel kopen, maar als je het daadwerkelijk wilde drinken moest je je legitimeren en een soort rokershok in om het dan ook daadwerkelijk te nuttigen. Deze poppenkast heb ik maar even aan mij voorbij laten gaan. Ongeveer de helft van het stadion was bezet met thuispubliek en een kwart door het uitpubliek. Het aanmoedigen ging redelijk fanatiek maar grimmig werd het nooit. Zelfs niet toen de thuisploeg inmiddels een geweldig pak slaag om de oren had gekregen. Minpuntje aan de avond was dat de Zweden blijkbaar zelfs conflictontwijkend zijn in het ijshockey. Geen vechtpartijen die het bloed sneller deden stromen. Wat geen overbodige luxe was geweest gedurende de ijskoude terugtocht.


Zoals in de vorige nieuwsbrief vermeld werd, ben ik inmiddels begonnen de Nederlandse taal te verspreiden onder het Björnkullavolk. Om als groep ook maar even wat Nederlandse cultuur te verspreiden was het donderdag tijd voor de Nederlanders om eten te maken voor de exchangestudenten. We hadden Frankrijk, Duitsland en Spanje al gehad dus moesten we er toch echt aan geloven. De Nederlandse avond bleek een heuse publiekstrekker en de hele keuken stond dan ook al snel vol met ongeveer veertig, vijftig man. Dit verbaasde ons eigenlijk nogal. Niet in de minste plaats omdat ik in mijn aankondiging op Facebook voor de Nederlandse avond heel enthousiast “Tot morgen!” heb gezegd. Al snel kreeg ik door dat dat voor onze oosterburen betekent dat ze het etentje niet zouden overleven. Buiten dit dreigement wist ook niemand wat te verwachten bij Nederlands eten. Behalve kroketten en dergelijke. Onder het mom “Wat de boer niet kent dat vreet ‘ie niet.”, zou dat voor ons reden zijn niet te komen. De rest van Europa is culinair een stuk nieuwsgieriger blijkt. Gelukkig maar, want we hadden 20 kilo hutspot. Die overigens ook echt bijna op was en iedereen erg goed smaakte.

Aangezien enige misplaatste ambitie hier en daar me niet vreemd is kon een bezoekje aan het Zweedse parlement wat in Stockholm zetelt, niet uitblijven. En dus gingen we met een groep richting Helgeandsholmen, wat vrij vertaald “eiland van de heilige geest” betekent. Net zoals in het Nederlandse overheidsgebouw staan er een hoop bewakers die alles uit willen en moet je de tassen in een kluisje doen. Daarna kon de rondleiding met een uitermate vrolijke dame beginnen. Deze dame werd niet minder enthousiast maar wel iets minder vrolijk naarmate ze doorkreeg dat onze groep niet een groep was die bepaald veel inbreng had. Na de 15e keer “Any questions?” werd de zichtbare irritatie geuit in de vraag of wij dus alles wel wisten over het Zweedse parlement. Redelijk consequent als wij zijn, zeiden we nog steeds geen woord. Verder was het interessant om van binnen te zien en vooral mooi om het uitzicht vanuit het gebouw te zien. Wie wel eens in de Tweede Kamer is geweest hoeft niet hetzelfde te verwachten er zitten in het Zweedse parlement namelijk een kleine 349 leden. Die overigens niet in dienst zijn van de overheid maar er gewoon nog een baan naast hebben.

Na een rondleiding van een uur die vooral ging over hoe er gestemd moet worden en hoe het minderheidskabinet in ze werk gaat (iets waar wij inmiddels ook een goeie ervaring mee hebben) zat het er alweer op. Hoewel het inmiddels wel erg snel donker wordt is de dag nog niet voorbij. Vanavond staan er namelijk wat voetbal interlands op het programma. Iets wat wel eens voor enige hilariteit kan gaan zorgen onder ons multiculturele gezelschap. Vooral aangezien Duitsland tegen Zweden speelt. 

dinsdag 9 oktober 2012

Zweedse Nieuwsbrief #10

Me jas moet dicht, Ik adem wolkjes uit, ’s avonds zit er condens op de ramen, de Zweden in de trein kijken steeds chagrijniger en die ellendige muggen laten me ineens met rust. De herfst is er en de winter komt eraan. Ik weiger in begin oktober mijn winterjas aan te doen dus als we ’s avonds laat terug komen kan het soms toch verdomde koud zijn inmiddels. Overigens blijken de vorige bewoners van onze kamer niet alleen een aantal Tsjechische vlaggen achter gelaten te hebben, maar ook een hongerige koolmezenfamilie die dit weekend gearriveerd is en er niet voor terugdeinst om bijna de kamer in te hoppen.

Als je geen college hebt, moet je wat. En dus was het dinsdag maar eens tijd om voor de eerste keer naar de Zweedse sportschool te gaan. Ingeschreven stond ik al een tijdje en we kunnen ook het excuus van ingesneeuwd zijn nog niet gebruiken. Vol goede bedoelingen en gezonde tegenzin ging ik er dan maar voor. Hier is het heel normaal om bij binnenkomst je buitenschoenen bij de deur uit te doen en achter te laten. Ik heb mij laten vertellen dat dat in de hele cultuur vrij normaal is aangezien het in de winter nogal smerig kan worden buiten. Dat is leuk, maar als je uit Amsterdam komt heb je dan dus het gevoel dat je schoenen elk moment gejat kunnen worden. Overigens heeft dit geintje de komende dagen wel ervoor gezorgd dat ik me niet meer kon bewegen.

Met de nodige deadlines voor de deur op vrijdag begon de tijd toch wel te dringen donderdagmiddag om eens te beginnen. Eerst was het tijd voor Zweeds, wat me eigenlijk steeds meer tegen gaat staan door het langzame tempo en de onderwerpen. Ik denk niet dat ik op straat heel veel mensen zal vertellen dat ik elke dag eten kook. Het huiswerk werd ’s middags toch maar even uitgesteld om in de eerder ontdekte sporthal te voetballen. Helaas waren de eerder genoemde kereltjes niet aanwezig, maar met ons exchange students team hebben we de lokale tegenstander toch even scheel getikt. ’s Avonds moest ik er dan toch aan geloven. Studie. Het tentamen bestond uit vier open vragen die niet meer open hadden kunnen zijn. Ik heb zelden zulke vage vraagstellingen gezien. Rond een uurtje of twaalf had ik het dan ook wel gezien. De volgende dag was er weer een morgen. De deadline stond immers pas om 15:00.

Zoals dat in Nederland ook redelijk traditie is, heb ik de deadline precies een uurtje voor tijd gehaald en was het tijd om weer van de vakantie te genieten. Zo gaat het namelijk steeds meer voelen, ook al is er het nodige gebrek aan zon, zee en palmbomen. Zand is er namelijk zat in de vorm van modder. Inmiddels wordt er elke week wel een verjaardag gevierd en zo ook deze avond. Wat inhoudt, een feestje in de keuken en erna uitgaan in de stad. Normaal gesproken is dat dan dus in de stad. Dit keer was het plan iets minder strak en wist eigenlijk niemand waar we heen gingen. Behalve dat het een “Hippyparty” was. Blijkbaar was het in de jaren ’70 normaal om een feestje te houden waar nooit iemand komt, want toen we aan het eind van de metrolijn kwamen en zelfs de Zweden die mee waren gekomen zeiden “Hier ben ik nog nooit geweest..”, waren we er nog niet. Toen we drie kwartier later nog steeds de goede bushalte niet gevonden hadden, ben ik met een groepje maar terug gegaan en hebben we het feestje in de keuken voortgezet. De groep die uiteindelijk wel het feest bereikt heeft is na een half uur ook maar weer huiswaarts gekeerd.

Het was inmiddels weekend en dan wordt er meestal uitgegaan met ze allen. Na toch al wat redelijke avonturen te hebben meegemaakt hier in het nachtleven en ook de nodige teleurstellingen was deze zaterdagavond zeer geslaagd. Op het chique eiland Östermalm, waar de rijke Zweed zich bepaald niet hoeft te verstoppen gingen we naar de club “Ambassadeur”. Het is een moderne club met meerdere zalen die verschillende soorten muziek hebben. Wat me opvalt is dat er in de meeste clubs wel een BlackJack tafel staat. Deze heeft het natuurlijk altijd redelijk druk maar het lijkt toch een beetje raar. Overigens was ook hier gratis entree tot 23:00. Daarna was de prijs echter 250SEK, wat ongeveer gelijk staat aan 25-30 euro. Mijn vaderlandse instelling nog niet vergeten nemen we dan maar een metro of vier eerder.

De dag erna was El Classico en dus togen we met een groepje richting een sportsbar om de wedstrijd te bekijken. Omgeven door Spanjaarden die hier zijn om Engels te leren maar alsnog Spaans spreken was het erg gezellig. We waren bij O’learys, wat een keten is van Ierse sportsbars met een vrij groot aantal vestigingen. Overigens ook zo een beetje de enige plek waar je pils van een fatsoenlijke schuimkraag wordt voorzien.

Inmiddels neemt het gebrek aan studiemateriaal zodanige vormen aan dat een paar studenten hier een verzoek hadden. Nederlandse les. Gezien ik mensen deze wereldtaal niet wil onthouden ben ik inmiddels dan maar begonnen met op Facebook lesjes Nederlands te geven. Met een beetje geluk hoeven we over een tijdje dus geen Duits meer te praten!

dinsdag 2 oktober 2012

Zweedse Nieuwsbrief #9



Na het zuur komt het zoet dus eerst het slechte nieuws. Als je van suiker bent overleef je het hier geen dag meer aangezien het inmiddels elke dag regent. Het goede nieuws is, behalve dat ik niet van suiker ben, dat we een sporthal gevonden hebben. Daar werd dus vorige week maar een uurtje gehockeyd. We werden vergezeld door een paar leden van de plaatselijke jeugd die niet ouder waren dan negen jaar. Helaas waren deze knaapjes er nog redelijk behendig in wat ons de volgende dagen nogal wat spierpijn heeft opgeleverd. Deze week staat er voetbal op het programma dus dan hangen ze in de ringen als vergelding.

Geleerd van mijn eerdere fouten werd Zweeds deze keer maar op woensdag gevolgd. ’s Avonds was het immers tijd voor de pubcrawl. Wat op z’n zachtst gezegd “anders” was. Waar je in Amsterdam normaal gesproken heel wat cafés ziet en meestal toch wel echt bijna kruipend de laatste uithoort te komen was ik hier nog redelijk nuchter na de derde en tevens laatste pub. Aan het eind was het de bedoeling dat we naar een club zouden gaan waar ook exchange studenten van een andere uni zouden komen. Leuk idee. Maar die was dicht. We hebben met ze alle een biertje gedronken maar kruipend naar huis was het niet. Wel krom door de spierpijn van hockey.

Donderdag werd er nog even een verjaardag bijgewoond. Iets wat altijd gepaard gaat met enige geluidsoverlast en een extreme make-over in de slechte zin van het woord voor de desbetreffende keuken. De volgende dag hadden we de eer om ons eerste tentamen te krijgen. Krijgen als in letterlijk krijgen en mee naar huis nemen, om een week later in te leveren. Hier moet nog aan begonnen worden, maar anders is het wel weer. Ook kwam er visite vanuit het thuisland. Na wederom een stevige rit richting Arlanda begon mijn weekendje sightseeing. Verwelkomd door een hoosbui was de eerste stop Drottningholm, wat met de auto toch iets beter te bereiken bleek dan met het ov. Het verlaten was een ander verhaal. In de laatste paar dagen dat ik de auto tot mijn beschikking had heb ik kennis gemaakt met de spits van Stockholm. Die doet niet bepaald onder voor wat wij in Nederland kennen en de onoplettendheid van de Zweden kent soms geen grenzen. Het wil wel eens gebeuren dat er iemand ineens een ruk aan het stuur geeft terwijl je er naast rijdt. Best gezellig maar ik had al een medepassagier.

Zaterdag werd een dag om nooit te vergeten. Of om snel te vergeten het is maar hoe je het zien wilt. Waar ik eerder zei liever om te lopen dan een halve marathon te lopen ben ik goed op me nummer gezet. Waar ik wel eerder gelijk in had is dat een dagje Stockholm betekent dat je thuiskomt met kramp. Na een korte rondleiding door Gamla Stan, wat gebouwd is op een flinke heuvel en dus al redelijk vermoeiend kan zijn, kwamen wij aan bij het koninklijk paleis voor de wisseling van de wacht. Drie kwartier te vroeg dachten wij dat dat iets overdreven was. Niets was minder waar, want binnen de minuut begonnen de voorbereidingen en konden we net een plaatsje vooraan bemachtigen. Wat met mijn 1,80m ook zeer op prijs gesteld werd door de chinezen die achter mij stonden.

Na deze lange doch erg leuke staande gelegenheid, wat zeker een aanrader is als je vooraan weet te staan was het tijd om even ergens op te warmen. Na een bakje thee gingen we op naar de hop on hop off bus. Overigens had de echte Zweed in dit geval gegaan voor fika wat typisch Zweeds is. Dan drink je dus koffie met een kanelbulle. Maar goed ik ben nog geen echte Zweed. Het werd de gele lijn die een rondrit maakt om Gamla stan, door Södermalm en lang het stadshuis terug naar Gamla Stan. Behalve dat de Rus die voor mij op mijn plek had gezeten het volume op 183 had gezet was dit best grappig om te doen. Bij het stadshuset zijn wij uitgestapt om daar de tuin te bekijken. Wie van bruiloften houdt moet hier absoluut heen. Ik denk dat ik inmiddels op de trouwfoto’s van zes families met een brede glimlach ben geïnfiltreerd. Het is werkelijk ongelooflijk hoeveel bruiden er rond liepen.

’s Avonds heb ik een les geleerd die mij de komende maanden nog wel een van pas kan komen. “Ga in Stockholm niet op zaterdag uit eten zonder te reserveren.”. Er zitten op de Drottninggatan genoeg leuke tentjes om te eten en ik heb dan ook letterlijk de hele straat afgewandeld, wat een krappe twee kilometer lang is om uiteindelijk bij een mc Donalds te eindigen die op 100 meter van het startpunt lag. Aangezien een ezel zich niet een tweede keer aan de zelfde steen stoot had ik de volgende dag keurig een tafeltje gereserveerd en bleken er precies drie tafeltjes in het hele restaurant bezet te zijn.

Maandag was het dan zover. De auto ging terug naar Nederland. Een dieptepunt in mijn bezoek aan Zweden wat gevierd werd met een busreis die twintig minuten zou duren maar uiteindelijk een uur in beslag nam. Vergezeld door de plaatselijke oude garde die onderweg was naar de jeu de boules hal hier in Björnkulla kwam ik dus enigszins later en uitgeteld uit. Een weekendje Stockholm laten zien bleek een redelijk vermoeiende aangelegenheid dus lieten we maandagavond maar een stukje van Nederland zien. Het is inmiddels gelukt om een Amerikaan en een Duitser verslaafd te krijgen aan Nederlands hartenjagen. Deze week zal er dan helaas toch echt wat aan de studie moeten worden gedaan. Met een aantal deadlines op aanstaande vrijdag kan dat nog wel eens traditioneel onnodig spannend worden.

maandag 24 september 2012

Zweedse Nieuwsbrief #8



Inmiddels zit er alweer een volle maand in het land van ABBA, de Vikingen en Pipi Langkous op. We worden al een maand lang bang gemaakt over hoe donker het wel niet wordt in Zweden. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik er eerst niet naar luisterde, maar nu ik merk dat het toch wel snel vroeger donker wordt mis ik de zon van twee weken terug toch wel een beetje soms. Van mij zal je nooit meer een slecht woord over Piet Paulusma horen, want hier heb ik nog geen één keer het weerbericht uit zien komen.

Na een bezoekje aan de supermarkt, wat elke keer weer belachelijk lang duurt door een algehele verwarring wat nou wat is, was het woensdag weer tijd voor een potje voetballen. Een paar enkelverzwikkingen dankzij ons plaatselijke weilandje met doelen en de traditionele plotselinge hoosbui verder, zat de dag er wel weer op. De dag wel maar de avond nog niet. ’s Avonds gingen we met de groep studenten naar Opera Café. Een vrij chique tentje wat qua sfeer een beetje aandoet als een kleine versie van Paradiso. Alleen raak je je schoen niet kwijt als ie niet goed vast zit door de naar bier stinkende plakkerige vloer. Bang om dronken te worden hoef je er niet te zijn want een flesje bier zonder studentenkorting kost al gauw een euro of acht. De beste manier om je door een mensenmassa te wurmen is hier toch wel een paar dames te volgen. Deze vriendelijke dames veranderen als ze in beweging zijn namelijk in een stormende trein waar de zee zich voor open splijt. Als jij overigens die zee bent, ben je er minder blij mee. Het was een geslaagde avond totdat ik realiseerde dat ik een klein detail over het hoofd had gezien.

Donderdagochtend mochten we namelijk weer vroeg uit de veren voor een lesje Zweeds. Gezien het feit dat ik traditioneel het lokaal niet kon vinden en enigszins verlaat binnen kwam, was het wel goed dat we leerden klokkijken. Helaas blijkt de manier waarop je de tijd uitlegt in het Zweeds bijna exact dezelfde manier te zijn als in het Nederlands dus dat kan ik niet als excuus gebruiken. Deze teleurstelling te boven gekomen was ik ruim op tijd voor de Duitse avond. Dat wilt zeggen dat de Duitsers een keuken bezetten en eten gingen klaarmaken. Uiteraard waren hier worsten en zuurkool van de partij en dat was goed te eten. Toch kijk ik met smart uit naar de Italiaanse avond. En wat minder naar de Nederlandse, want gezien het aantal Nederlanders wordt dat aandeel in het klaarmaken als snel vrij groot.
Waar vrijdagavond in Nederland een ware veldslag in een klein dorpje op het punt stond los te barsten zaten wij keurig in de keuken spelletjes te doen. Leuk detail is dat ik het nieuws over deze Nederlandse veldslag kreeg te horen van een Spanjaard in Zweden.

Een dagje door Stockholm wandelen is thuiskomen met kramp. Zo ook deze zaterdag waar ik er bijna een gehele marathon op had zitten voor ik klaar was. De gids die ik vorige week gevolgd heb door Gamla Stan is wel een beetje gedaald in aanzien. Ik dacht “dat kan ik ook” en wat bleek? Ik kan het ook. Met een paar exchange studenten vanuit Björnkulla en vrienden van hen die waren overgekomen, hebben we een dagje sightseeing gedaan en bleek dat die verhaaltjes uit je hoofd vertellen helemaal zo moeilijk nog niet was. Er moet wel gezegd worden dat die gids er iets sneller doorheen ging gezien het feit dat zijn publiek niet om de haverklap een winkel in wandelde. Een klein moment van de weg kwijt raken hielp ook niet heel erg. Er was ook nog een Gangnam Style flashmob voor het Kulturhuset die dag, waar volgens facebook een kleine 2000 mensen op af zouden komen. Dat aantal kan wel eens juist geweest zijn, maar daarvan waren er maar 30 echt aan het dansen.

De Zweden hebben trouwens wel een truc voor dit wandelen die ons niet helemaal vreemd is. De fiets. Sterker nog, net als in Nederland zie je bijna overal wel fietspaden en dit fenomeen is dan ook erg ingeburgerd. Zo ingeburgerd dat ook hier wel eens een fiets aan een brug hangt. Verschil is wel dat de fiets hier al zijn banden nog heeft. Nadeel van die fietspaden is dat deze soms bijna niet te onderscheiden zijn van het voetgangersgebied waardoor je wel is bijna van je sokken wordt gereden. Het is mij ook een raadsel hoe er nooit een Zweed de Tour de France wint want ze rijden met een rotgang. Opgegroeid in Amsterdam zou dit geen probleem moeten zijn, maar helaas is er al een paar keer heel toeristisch naar me gebeld, doordat ik weer een coureur over het hoofd zag. Wie nu denkt, “maar volgens eerdere berichten zijn er toch een hoop heuvels in Zweden?”. Dat klopt en dat is waar ze vals spelen. De fiets wordt namelijk heuvel op aan de hand genomen en heuvel af gaan alle remmen los.

Op zondag kwam ik er, tijdens iemand af te zitten bij het vliegveld achter dat Stockholm-Arlanda airport niet in of bij Stockholm ligt. Het ligt op een afstand die te vergelijken is met alsof je Schiphol bij Alkmaar neerlegt en het dan alsnog Amsterdam noemt. Afgezien van deze verrassing blijkt ook nog is dat als je naar de vertrekhal rijdt je even denkt of je echt voor Schiphol staat. Hoewel het hier wel een stuk rustiger is en de borden een stuk beter te volgen zijn. Ook al zijn ze in het Zweeds.

Uit het lijstje “uitgesteld maar niet afgesteld” was het dit keer de beurt aan het Vasa museum. Voor de oplettende lezer, de Vasa is die boot waar ik aan het begin over verteld heb. Dat is nog steeds het meest knullige verhaal wat ik tot nu toe gehoord heb dus dat was de 80 kronen (met studentenkorting) wel waard. Toen we er vier uur later weer uitliepen bleek het dat bedrag meer dan waard te zijn. Het was behalve een indrukwekkend schip ook een erg interessant museum qua scheepvaart in de 17e eeuw. Het geheel werd nog even opgeleukt door een rondleiding van Katharina die een beetje vertelde over de boot en het verhaal. Wie deze rondleiding wilt volgen kan overigens gewoon blijven staan waar ie begint want Katharina praat op zo een volume dat je d’r overal in het gebouw kan verstaan. Al met al is dit tot nu toe wel een van de bezoekjes die zeker de moeite waard zijn als je er rekening mee houdt dat je een gehele middag kwijt kan zijn.

woensdag 19 september 2012

Zweedse Nieuwsbrief #7



Zaterdag was het tijd voor een boottochtje. Er was om 12:00 afgesproken op het centraal station en toen wij na enige Nederlandse taferelen op de spoorlijnen hier te laat aankwamen, bleken we toch nog op tijd.  Blijkbaar waren wij niet de enige die niet op de NS hadden gerekend. Toen ik echter even wat eten ging kopen waren we alsnog te laat, maar we konden de groep nog inhalen. Er was hier een halve marathon aan de gang die in volle voorbereiding was. Daardoor moesten we een beetje omlopen maar dat was beter dan meedoen. Bij het haventje aangekomen, wat aan de oostkant van Gamla Stan ligt, kwamen we erachter dat eigenlijk niemand echt een idee had welk eiland we wilden bezoeken. Na een verhitte discussie in het Duits werd Vaxholm de bestemming, wat me alsnog niets zei maar ik had het sowieso nog niet gezien. De bootreis duurde een krappe tachtig minuten en was buiten behoorlijk koud ook erg mooi. Aan foto’s maken kan je beter niet beginnen want je blijft aan de gang door al de kodakmomenten met traditionele huizen die op een klif staan te balanceren.

Op het eiland kwamen we er achter dat er ook gewoon een bus gaat die er veertig minuten over doet. Die hebben we op de terugweg toch maar even genomen, maar met de boot moet je ook echt een keer geweest zijn. Op het eiland hebben we vooral rondgelopen en dat was ook wel een beetje het enige wat je er kon doen. Op sommige delen van het eilandje lijkt de tijd te hebben stilgestaan en als je honger hebt kan je hier en daar nog wel even een appeltje voor de dorst plukken. Of een aantal rondjes op het marktje lopen zodat je steeds kaas en worst mag proeven. Uiteindelijk hebben we wat te eten gekocht in een tentje wat aan de haven zit waar je aankomt. Dit ouderwetse cafeetje doet je denken dat je de set van “Allo Allo” binnen bent gelopen. Na nog een Zweedse en later ook een enigszins verdwaalde Thaise bruiloft te hebben gezien hebben we de bus naar Stockholm genomen.

Inmiddels is hier trouwens het liedje “I just can’t get enough” van Depeche Mode uitgegroeid tot een heus begrip. Als je namelijk iemand belt met de provider Comviq is in plaats van een beltoon dit redelijk aanstekelijke liedje wat je hoort. Met als gevolg dat je liever niet hebt dat iemand opneemt als je weer aan het meezingen bent. Als je dus als artiest wilt doorbreken in Zweden bel even met Comviq, want ze schijnen dit lied al meer dan een jaar te hebben.
Om op het onderwerp van muziek te blijven zijn we zaterdagavond nog even naar Marie Laveau geweest. Dat bleek een erg leuk tentje met twee werelden. Waar boven vooral een redelijk classy sfeertje hing was er geen stukje muur zonder graffiti te vinden zodra je een trappetje af was gegaan. Na dit avontuur werd het een zondagje schoonmaken, gevolgd door een voetbalwedstrijd kijken met onze Duitse vrienden. Toen onze Duitse vrienden jammerlijk achterstonden werd er besloten maar een gratis tour te volgen door Gamla Stan. Deze tour begint ’s zondags om 19:00 voor Kulturhuset en is best interessant. Wij moesten de groep wel even achterna rennen, want we waren natuurlijk iets te laat.


Maandag was het tijd om maar eens te kijken of we een betere accommodatie konden vinden. Waar vorige week dinsdag dit plan gecancelled was door een redelijk domme planning, gingen we dit keer wat vroeger richting Drottningholm Palace. Na een dik uur met het ov gereisd te hebben kwamen we aan bij het paleis waar de koninklijke familie woont. Op het eerste gezicht leek dit paleis wel enigszins tegen te vallen. Toen we nog eens keken bleek dat alleen het theater te zijn en kwam twintig meter verderop toch een redelijk indrukwekkend gebouw tevoorschijn. Het was verboden binnen foto’s te maken, maar het gebouw en de tuinen waren heel indrukwekkend. Het is een beetje een bescheiden versie van Versailles. Elke dag is er om 12:00 en 14:00 een rondleiding die is inbegrepen in de prijs. Dat is wel aan te raden want anders ben je binnen een kwartier door dat gebouw heen gewandeld en weet je nog niks.

Een andere goede tip is om éérst naar het Chinese paviljoen te gaan en dan naar het paleis. Dit is op hetzelfde terrein, maar na het paleis is dat paviljoen niet bepaald indrukwekkend meer te noemen. Behalve de toilet met bril van bont. Dat is een must-see. Na heel wat angsten te hebben uitgestaan om geen porselein om te gooien gingen we huiswaarts. Er werd nog even een tussenstop/omweg gemaakt voor een beruchte kebabzaak. Als je een week niet gegeten hebt is dat een goed adresje voor 112 kronen heb je een gigantische berg vlees, patat en salade op een bord zo groot als een bijzettafeltje. Toen we twee uur later weer moesten eten ging dat dan ook niet zonder enige tegenzin.

Er moet natuurlijk ook nog wat aan de studie gedaan worden dus dinsdagochtend werden de collegebanken weer netjes gevuld. Met laptops, mijnenveger, Mariokart enzovoorts. Na een half uur kregen we een kwartiertje pauze, maar toen de leraar na veertig minuten nog niet terug was, was het college uitgegroeid tot een digitale spelletjesruimte. Merkwaardig was wel dat we hierdoor een uiteindelijk een half uur verloren voordat de leraar terug was en we alsnog een kwartier te vroeg klaar waren. ’s Avonds was het Champions League avond. Met een groep exchange studenten gingen we traditioneel te laat richting Gamla Stan om in O’Learys Real Madrid-Man. City te kijken.

Op de weg zie ik steeds weer iets waar ik nog geen uitleg over gehoord heb van iemand. Sommige mensen hebben namelijk een redelijk groot geel bord op of aan hun auto hangen. Daarop staat dan een volwassene met een kind. Ik vermoed dat dit de Zweedse variant op de sticker “Baby on board” is maar echt logisch lijkt het niet. Als iemand hier het antwoord op weet hoor ik het graag.