Zoals vorige week verteld zit het eerste vak erop. Het werd
dus tijd voor een nieuw vak, nieuwe kansen en een nieuw onderwerp. Waar het
niet dat het nieuwe vak in hetzelfde lokaal is, op dezelfde tijd, met dezelfde
leraar en dezelfde opzet. Het enige verschil is het woord wat achter
“International” staat. Na het eerste college was de algemene stemming dan ook
dat de vakantie nog even voort duurt. Met dat in het achterhoofd konden er weer plannen gemaakt worden.
Wie naar een ander landje gaat, hoort zich aan te passen en dus was het
tijd om de eerste ijshockeywedstrijd van mijn leven bij te wonen. Waar er eerst
weer even een hopeloze poging werd gedaan om met de plaatselijke jeugd te
hockeyen, gingen we met een groepje vanuit Flemingsberg kijken naar het echte
werk. Eenmaal aangekomen bij de Globe Arena van Stockholm, waaronder je je
kaartjes moest halen, kwam ik erachter dat het zaaltje achter me het
ijshockeystadion van AIK was. Al met al geen klein gebouw, maar misschien
hadden ze het beter niet naast een gigantische globe kunnen zetten. Gewend aan
de oorlogstaferelen rond een voetbalwedstrijd in Nederland, was de
politieaanwezigheid hier beangstigend mager te noemen. Dat gezegd hebbende, de
politieagenten die er waren hadden dan ook wel een uitrusting om voor tien te
tellen.
Eenmaal binnen was het “zaaltje” toch een behoorlijk stadion
met een leuke sfeer. Bier was hier overigens gewoon te koop. Dat kon je dan wel
kopen, maar als je het daadwerkelijk wilde drinken moest je je legitimeren en
een soort rokershok in om het dan ook daadwerkelijk te nuttigen. Deze
poppenkast heb ik maar even aan mij voorbij laten gaan. Ongeveer de helft van
het stadion was bezet met thuispubliek en een kwart door het uitpubliek. Het
aanmoedigen ging redelijk fanatiek maar grimmig werd het nooit. Zelfs niet toen
de thuisploeg inmiddels een geweldig pak slaag om de oren had gekregen. Minpuntje
aan de avond was dat de Zweden blijkbaar zelfs conflictontwijkend zijn in het
ijshockey. Geen vechtpartijen die het bloed sneller deden stromen. Wat geen
overbodige luxe was geweest gedurende de ijskoude terugtocht.
Zoals in de vorige nieuwsbrief vermeld werd, ben ik inmiddels
begonnen de Nederlandse taal te verspreiden onder het Björnkullavolk. Om als
groep ook maar even wat Nederlandse cultuur te verspreiden was het donderdag
tijd voor de Nederlanders om eten te maken voor de exchangestudenten. We hadden
Frankrijk, Duitsland en Spanje al gehad dus moesten we er toch echt aan
geloven. De Nederlandse avond bleek een heuse publiekstrekker en de hele keuken
stond dan ook al snel vol met ongeveer veertig, vijftig man. Dit verbaasde ons
eigenlijk nogal. Niet in de minste plaats omdat ik in mijn aankondiging op Facebook
voor de Nederlandse avond heel enthousiast “Tot morgen!” heb gezegd. Al snel
kreeg ik door dat dat voor onze oosterburen betekent dat ze het etentje niet
zouden overleven. Buiten dit dreigement wist ook niemand wat te verwachten bij
Nederlands eten. Behalve kroketten en dergelijke. Onder het mom “Wat de boer
niet kent dat vreet ‘ie niet.”, zou dat voor ons reden zijn niet te komen. De
rest van Europa is culinair een stuk nieuwsgieriger
blijkt. Gelukkig maar, want we hadden 20 kilo hutspot. Die overigens ook echt
bijna op was en iedereen erg goed smaakte.
Aangezien enige misplaatste ambitie hier en daar me niet vreemd is kon
een bezoekje aan het Zweedse parlement wat in Stockholm zetelt, niet
uitblijven. En dus gingen we met een groep richting Helgeandsholmen, wat vrij vertaald “eiland van de
heilige geest” betekent. Net zoals in het Nederlandse overheidsgebouw staan er
een hoop bewakers die alles uit willen en moet je de tassen in een kluisje
doen. Daarna kon de rondleiding met een uitermate vrolijke dame beginnen. Deze
dame werd niet minder enthousiast maar wel iets minder vrolijk naarmate ze
doorkreeg dat onze groep niet een groep was die bepaald veel inbreng had. Na de
15e keer “Any questions?” werd de zichtbare irritatie geuit in de
vraag of wij dus alles wel wisten over het Zweedse parlement. Redelijk
consequent als wij zijn, zeiden we nog steeds geen woord. Verder was het interessant
om van binnen te zien en vooral mooi om het uitzicht vanuit het gebouw te zien.
Wie wel eens in de Tweede Kamer is geweest hoeft niet hetzelfde te verwachten
er zitten in het Zweedse parlement namelijk een kleine 349 leden. Die overigens
niet in dienst zijn van de overheid maar er gewoon nog een baan naast hebben.
Na een rondleiding van een uur die vooral
ging over hoe er gestemd moet worden en hoe het minderheidskabinet in ze werk
gaat (iets waar wij inmiddels ook een goeie ervaring mee hebben) zat het er
alweer op. Hoewel het inmiddels wel erg snel donker wordt is de dag nog niet
voorbij. Vanavond staan er namelijk wat voetbal interlands op het programma.
Iets wat wel eens voor enige hilariteit kan gaan zorgen onder ons
multiculturele gezelschap. Vooral aangezien Duitsland tegen Zweden speelt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten