Na wat klachten dat mijn culturele interesses waren
verdwenen, heb ik mezelf maar weer eens naar een tentoonstelling gesleept. Niet
bepaald eentje die speciaal is voor Stockholm maar de keuze was gevallen op de Body Worlds Tentoonstelling. Eenmaal
aangekomen bleek dit in een gebouw te zijn met de, gezien het onderwerp, nogal
dubieuze naam “Tom Tits experiment”. Binnen bleek Tom Tits experiment eigenlijk
weinig met de tentoonstelling te maken te hebben. Het is een beetje de Zweedse
versie op Nemo in Amsterdam met ergens op de vierde verdieping de Body Worlds tentoonstelling
verstopt.
Als je even
een middagje kinderachtig alles wilt uitproberen van bellen blazen tot
lachspiegels en een glijbaan van de derde verdieping naar beneden (die nog
verdomde hard ging), is dit een goede. Misschien niet helemaal nodig om te
zeggen dat ik me prima vermaakt heb. Wij kwamen daar om een uur of één aan en
kwamen rond vijf pas aan waar we eigenlijk voor kwamen. Gezien het feit dat de
tent sloot om zes was het nog even opschieten en waren we de laatste die het
gebouw verlieten. De echte tentoonstelling was vooral interessant en eigenlijk
zo bizar dat je niet beseft dat er echte mensen tentoongesteld staan. Het
blijft alleen nog maar een paar weken als ik me niet vergis dus voor anderen is
dit misschien niet zo interessant. Maar de rest is alsnog een garantie op een
erg vermakelijke middag.
’s Avonds was
het tijd om weer even internationaal te doen. De Amerikaanse verkiezingen waren
op tv dus dat was een goede reden om met ze allen in een keuken te verzamelen
met de nodige alcoholische versnaperingen. Na vier uur kregen we door dat
Amerikanen hun kiezers fijn beïnvloeden door niet alle staten tegelijk te laten
stoppen met stemmen. Prima maar dat betekende dus voor ons dat het wel heel
laat werd. Gelukkig waren we de volgende dag weer eens vrij dus echt een
probleem was het ook weer niet.
Eindelijk had
ik de kans om te zeggen dat ik naar een warm landje ging toen ik op het
vliegtuig naar Amsterdam stapte. Wie had dat ooit gedacht. Donderdag ochtend
ging ik op pad richting Arlanda airport waar ik al eens eerder over verteld
heb. Verschil is dat ik toen met de auto ging. Iedereen kent dat moment dat je
naar het eindpunt van de trein moet en je ziet iemand halverwege in slaap
vallen. Met jezelf maak je dan de weddenschap of ie wakker zal worden voordat
je bij de laatste halte bent en of ie dan zijn halte gemist heeft. Of ik doe
dat alleen, dan is het een aanrader. Zo ook deze keer. Nou was de weddenschap
of ie wakker zou worden niet heel lastig te winnen want deze man snurkte zo
hard dat er geen geluid kon zijn wat hem wakker maakte. En zo werd ie wakker op
het eindpunt met een onbetaalbare “Oh f*ck…”. Van daar moest er nog een bus
genomen worden die nog langs een paar weilanden bezaaid met schapen rijdt. Om
even aan te geven waar dit vliegveld ligt. Na de buschauffeur gevraagd te
hebben hoeveel haltes het nog was naar Terminal 2 werd het gas even open
getrokken. De man dacht waarschijnlijk dat ik haast had terwijl ik veel te
vroeg was. Het vliegveld op zich stelt niet heel veel voor maar het had
gelukkig een paar frustrerende free WIFI-spots waar je niet op in kan loggen.
Gele
nummerborden, regen, normaal brood en een mogelijke snelheidsbekeuring. Het was
goed om weer even terug te zijn in Amsterdam. Het was ook wel een beetje raar
om er zo kort te zijn, want je voelt je bijna een toerist in je eigen stad.
Eigenlijk heb ik in Zweden geen moment last gehad van heimwee, maar als je door
Amsterdam loopt voelt de stad waar je bent opgegroeid toch wel weer als thuis.
Een paar feestjes later ging ik vrijwel direct vanuit het laatste feestje
richting Schiphol. De nacht doorhalen voor je vlucht blijkt niet heel handig
want behalve wat soorten Nederlandse snoep en lekkernijen ben ik voor de rest
werkelijk alles zoals een sjaal vergeten mee te nemen.
De vlucht op
zich is in een poep en een scheet voorbij wat bijna jammer is als je slaap te
kort heb. Waar naast mij enige Zweden zich bezatten aan de gratis wijn werd aan
de andere kant door een Zweedse dame even uitleg gevraagd waarom wij een puntje
met kaas kregen als lunch in plaats van een warme maaltijd. Welkom in
Nederland. Hopelijk slaat dit soort lunches aan en kan ik hier binnenkort
fatsoenlijk brood kopen. Niet veel later toen we ongeveer over Denemarken heen
zweefden, klonk er voorin het vliegtuig ineens een gil. Gezien het rondje van
de stewardessen dacht ik eerst dat iemand kokend water over zich heen kreeg.
Echter, iemand bleek een epileptische aanval te krijgen. Na de redelijk
paniekerige gil van de purser of er een dokter in het vliegtuig aanwezig was
stonden er acht op. Ik ben er nog niet
zeker van of alle doktoren naar Zweden vluchten gezien de plannen van de
zorgpremie maar dat was toch wel verrassend. Uiteindelijk wisten we tot de landing
niet echt wat er aan de hand was ondanks de redelijke hectiek. Toen er werd
omgeroepen dat we met spoed waren doorgevlogen en voorrang kregen om te landen
werd wel duidelijk dat de vrouw er niet best aan toe was. Toen na de landing,
die met redelijke hoge snelheid was, de ambulancebroeders een half uur bezig
waren konden we eindelijk het vliegtuig verlaten.
Terugkomen
hier voelde een stuk vertrouwder dan je zou denken. Je beseft ineens hoe goed
je al de weg en gewoontes kent. En als je ze even vergeet word je daar wel op gewezen.
Eenmaal terug in Zweden werd ik namelijk door een vriendelijke blondine weer
even naar de rechterkant van de roltrap gebeukt aangezien ik in de weg stond,
bemoeide iedereen zich weer met zijn eigen zaken en kon de jas wel weer dicht
tegen de poolwind. beetje tegen de traditie in moest er huiswerk gemaakt worden
en dus was echt bijslapen er nog niet bij, maar hopelijk gaat dat vanavond
lukken. Inmiddels is het hier in Björnkulla redelijk rustig aangezien veel op
de boot naar Riga zitten. Zelf gaan ik met een grote groep naar Helsinki aan
het eind van de week. Maar eens kijken of die mensen die nota bene door Zweden
depressief en sip worden genoemd echt zo triest zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten