vrijdag 11 januari 2013

Zweedse Nieuwsbrief #22


Het is bijna zo ver. Het punt dat het hele avontuur, waar ik altijd het gevoel van had dat het nog een eeuwigheid zou duren, is afgelopen. En het punt dat ik ook eigenlijk wel terug wil, kwam net zo onverwacht als de nieuwe sneeuwbuien die alle hoop op een paar warmere laatste weken deed verdwijnen onder een nog iets dikkere witte laag. Gelukkig is met het eind in zicht ook de Nederlandse lente ineens over. De welbekende winterdip lijkt in het onherbergzame Zweedse landschap eerder een winterravijn die je niet aan ziet komen. Niet dat we er depressief bijzitten, maar inmiddels begin ik de zon wel erg te missen en dat merk ik wel in me stemming. Zo zijn ook de Zweden inmiddels in hun cocon van treurnis gekropen. Buschauffeurs die blijkbaar zodanig hun leven aan het overdenken zijn dat ze gewoon een station voorbij rijden waar eigenlijk iedereen eruit moet of een kassière die je net zolang aan blijft kijken tot je maar heel ongemakkelijk vraagt of ze de boodschappen wilt scannen.

Met deze negatieve toon achter de rug kunnen we stellen dat het qua studie een geslaagde week was. Studie? Ja, studie. Want, deze twee weken kwamen werkelijk alle deadlines samen die ik de laatste anderhalve maand had opgespaard. Van deze verzameling is overigens nog steeds genoeg over dus ik verveel me dit weekend niet daar maandag toch echt de laatste datum is. Wat dan wel weer fijn is, is dat onze punctuele voormalige lerares na anderhalve maand eindelijk onze beoordelingen online heeft gezet. Met ook het derde vak op zak gingen we gister een presentatie houden bij onze professor die toch meestal de indruk wekt dat ie enigszins onder invloed is. De presentatie ging over organisaties als fictie, wat erop neer komt dat je lekker lang moet praten over niets. Nou, dat kan ik wel en dat bleek toen de goede man aan het eind lyrisch was over het geleverde werk. Met die twee opstekers vond ik wel dat ik weer even pauze mocht hebben en wordt het nog even aanpoten de laatste twee essays af te krijgen.

Voor dit alles waren er nog een paar vrije dagen die gevuld moesten worden en dus werd er maar weer eens een museum aangedaan. We waren al een paar keer langs het Nordiska Museet gelopen en het lijkt nogal op een kleine versie van het Rijksmuseum. Dat beloofde dus wat. Eenmaal aangekomen werden we uitgerust met koptelefoons waarmee je op werkelijke elke hoek wel iets kon scannen en er een fijn Brits accent met klassieke muziek in je oor begon te praten. Om een lang verhaal kort te maken, er was niks aan. Het bleek een museum over wat voor meubels mensen gebruikten, wat voor stoffen, wat voor eten enzovoort. Op zich niet oninteressant, maar ik kan vertellen dat een compleet museum erover toch wat overdreven is. Desalniettemin was het wel een mooi gebouw, wat misschien een iets interessantere invulling had kunnen krijgen.

 Met de laatste week is het afscheid nemen van tradities. Een daarvan is vrijdagmiddag nachobuffet. Wat inhoudt dat we zo een beetje elke week naar dezelfde tent gingen om onbeperkt nachos te eten. Echt vervelen ging het niet, dus het was een pijnlijk afscheid. Buiten dat staat onze iglo nu toch echt op instorten ook al is de temperatuur weer constant onder nul. Het enige wat er nog even geregeld moet worden is dat ik even een handtekening moet krijgen dat ik hier ook echt ben geweest. Anders betaalt de EU me niet uit en dat is jammer. Al met al belooft het een rare week te worden. De volgende en tevens laatste nieuwsbrief zal ik posten vanuit het vliegtuig als ik met een aardig gangetje terug naar het land van de eeuwige regen (die ik dan weer niet mis).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten