vrijdag 26 oktober 2012

Zweedse Nieuwsbrief #12


Terwijl ik dit typ zijn we inmiddels al twee maanden onderweg en vallen de eerste sneeuwvlokken. Niet dat je dat normaal zou merken, maar aangezien alle zuiderlingen op het moment buiten lopen te krijsen dat het sneeuwt is het moeilijk te missen. Met het vooruitzicht van nog verder dalende temperaturen wordt het misschien toch eens tijd de winterjas tevoorschijn te halen. Het voordeel is dat waar de voorgaande weken drab was nu een bevroren begaanbaar pad ligt. Nadeel is dat waar voorheen een pad lag nu een potentiële ijsbaan zich vormt. Maar goed deze nieuwsbrief is iets later dan normaal en dat had een reden. Ik ben namelijk met een groepje medestudenten maar eens de andere kant van de Oostzee gaan bekijken. De reis ging naar Riga. En wel per boot.

Nou staat Riga niet bepaald bekend als het Parijs van de regio en dat was eigenlijk ook niet de echte reden van dit tripje. Op de boot is alcohol namelijk aanzienlijk goedkoper en deze reisjes worden dan ook gebruikt om voor een paar maanden alcohol in te slaan. Gezien onze routines was dit geen slecht idee voor ons. Er staan meer tripjes gepland want het is echt verschrikkelijk goedkoop. Zo goedkoop dat je toch even kijkt waar de reddingssloepen hangen.

De boot vertrok om 17:00 vanuit de haven van Stockholm en we kunnen wel zeggen dat dat niet het meest mooie deel is wat ik gezien heb. Het is dan ook een haven. Wat wel erg mooi was om langs Stockholm weg te varen en zo de rotsen met de herfstachtige kleuren voorbij te zien schuiven. Ook al was de wind natuurlijk bitterkoud. Toen we die kou wel gehad hadden gingen we maar eens het schip onderzoeken aangezien het toch redelijk groot was. Zo rondlopend kon ik me niet van de indruk onttrekken dat ik in een wegrestaurant liep. Het aantal types vrachtwagenchauffeur met een gezicht op onweer was namelijk aanzienlijk.
Nadeel van de goedkope alcohol is dan wel weer dat deze figuren ’s avonds dus stomdronken zijn. Eerlijk gezegd kan ik me niet voorstellen dat er nooit een over boord gesprongen is. Toen we ’s avonds laat nog even in een wifi zone gingen zitten hoorden we een eindje verderop de karaokebar kraaien. We besloten iets dichterbij te gaan zitten en zagen tot onze stomme verbazing een paar van onze medestudenten in de karaokebar zingen. Al snel zaten we er naast en stonden we, na een dronken viking en de klassieke doch redelijk tegenvallende “ik-steel-de-show-in-de-karaokebar”mevrouw, Angels van Robbie Williams te schreeuwen.

De volgende ochtend werden we gewekt door een speaker die in ongeveer 28 talen wilde vertellen dat we bijna in Riga waren. Verwelkomt door een nog afzichtelijkere haven liepen we maar achter de enige voorbereide persoon in onze groep aan. De eerste indruk was nou niet bepaald indrukwekkend te noemen. Het leek of er sinds de val van de muur weinig veranderd was en eigenlijk ben ik ook wel zeker dat dat zo is aan de bladerende verf te zien. Al snel werd de stad mooier bij een park en ambassades en later ook een gigantische kerk. Toch kon ik niet enige verbazing onderdrukken dat dit een EU-lidstaat is. Na een bezoekje aan de mac werd het vanzelfsprekend een stuk beter. Het centrum is best leuk met leuke tentjes waar je een bakje koffie kan drinken. Verder zijn er vooral drie grote winkelcentra wat eigenlijk ook meteen de modernste gebouwen in de stad zijn.

Na een uur of vier hadden we de stad eigenlijk wel gezien en gingen we langs de rivier terug naar de boot die twee uur later weer zou vertrekken naar “huis”. Er zijn wel een hoop musea, ook over onderwerpen waar je spontaan van gaat lachen, maar daar hebben we in Amsterdam ook wel een handje van. We hadden alleen te weinig tijd om zulke dingen te bezoeken. Bijzonder om te zien was dat aan de overkant een paar gigantische hypermoderne kantoorgebouwen stonden onder andere van Swedbank. Ik denk dat ik op weinig plekken ben geweest waar het verschil tussen arm en rijk zo schrijnend was als je eens goed om je heen keek.


Niet veel later lieten we Riga weer achter ons. Het was misschien niet de mooiste stad maar toch wel mooi om gezien te hebben. De avond werd weer gevierd met een karaokebezoekje, maar dit keer hadden we de hele groep opgetrommeld. De mensen die de dag ervoor er waren, waren er ook dit keer weer alleen nu nog meer dronken. Behalve heel wat slechte optredens bleken we ook een echte zangeres in ons midden te hebben. Na dit avontuur gingen we nog even door naar de “disco” die er boven zat en toen we de nodige airhockey partijtjes hadden afgewerkt was het toch maar slim om te gaan slapen aangezien we de volgende dag onze buit naar huis moesten slepen.

Met de gedachte dat ik net in me bed lag, werden we alweer gewekt door de meertalige aankomstomroeper. En dus begon de reis terug naar huis die met het openbaar vervoer ongeveer een uur zou duren. Amper van de boot af begaf de onderkant van ons steekkarretje het, wat met 30 liter bier erop toch wel zorgwekkend was. Na heel wat angstige momenten waren we terug in Björnkulla met onze buit nog in tact om maar meteen door te gaan naar een college.

Alsof we het wisten was er woensdagavond voor de exchange studenten een uitje naar een karaokebar in Stockholm. Vol van enig vertrouwen door onze training gedurende de bootreis ging ik daar dan ook vol goede moed naar toe. Ik zou ook wel wat zingen. Eenmaal binnen bleek ik niet in een karaokebar te staan maar op de set van Xfactor. Ik heb nog nooit zoveel mensen in een karaokebar gehoord die ook echt goed konden zingen. De moed zakte iedereen dan ook al snel in de schoenen en uiteindelijk zijn er niet heel veel mensen het podium op geklommen van ons. Dat leek mij ook maar het beste.
Karaoke, met de training achter ons konden we dat ook wel in stockholm proberen maar dat bleek een talentenshow.

dinsdag 16 oktober 2012

Zweedse Nieuwsbrief #11



Zoals vorige week verteld zit het eerste vak erop. Het werd dus tijd voor een nieuw vak, nieuwe kansen en een nieuw onderwerp. Waar het niet dat het nieuwe vak in hetzelfde lokaal is, op dezelfde tijd, met dezelfde leraar en dezelfde opzet. Het enige verschil is het woord wat achter “International” staat. Na het eerste college was de algemene stemming dan ook dat de vakantie nog even voort duurt. Met dat in het achterhoofd konden er weer plannen gemaakt worden.

Wie naar een ander landje gaat, hoort zich aan te passen en dus was het tijd om de eerste ijshockeywedstrijd van mijn leven bij te wonen. Waar er eerst weer even een hopeloze poging werd gedaan om met de plaatselijke jeugd te hockeyen, gingen we met een groepje vanuit Flemingsberg kijken naar het echte werk. Eenmaal aangekomen bij de Globe Arena van Stockholm, waaronder je je kaartjes moest halen, kwam ik erachter dat het zaaltje achter me het ijshockeystadion van AIK was. Al met al geen klein gebouw, maar misschien hadden ze het beter niet naast een gigantische globe kunnen zetten. Gewend aan de oorlogstaferelen rond een voetbalwedstrijd in Nederland, was de politieaanwezigheid hier beangstigend mager te noemen. Dat gezegd hebbende, de politieagenten die er waren hadden dan ook wel een uitrusting om voor tien te tellen.

Eenmaal binnen was het “zaaltje” toch een behoorlijk stadion met een leuke sfeer. Bier was hier overigens gewoon te koop. Dat kon je dan wel kopen, maar als je het daadwerkelijk wilde drinken moest je je legitimeren en een soort rokershok in om het dan ook daadwerkelijk te nuttigen. Deze poppenkast heb ik maar even aan mij voorbij laten gaan. Ongeveer de helft van het stadion was bezet met thuispubliek en een kwart door het uitpubliek. Het aanmoedigen ging redelijk fanatiek maar grimmig werd het nooit. Zelfs niet toen de thuisploeg inmiddels een geweldig pak slaag om de oren had gekregen. Minpuntje aan de avond was dat de Zweden blijkbaar zelfs conflictontwijkend zijn in het ijshockey. Geen vechtpartijen die het bloed sneller deden stromen. Wat geen overbodige luxe was geweest gedurende de ijskoude terugtocht.


Zoals in de vorige nieuwsbrief vermeld werd, ben ik inmiddels begonnen de Nederlandse taal te verspreiden onder het Björnkullavolk. Om als groep ook maar even wat Nederlandse cultuur te verspreiden was het donderdag tijd voor de Nederlanders om eten te maken voor de exchangestudenten. We hadden Frankrijk, Duitsland en Spanje al gehad dus moesten we er toch echt aan geloven. De Nederlandse avond bleek een heuse publiekstrekker en de hele keuken stond dan ook al snel vol met ongeveer veertig, vijftig man. Dit verbaasde ons eigenlijk nogal. Niet in de minste plaats omdat ik in mijn aankondiging op Facebook voor de Nederlandse avond heel enthousiast “Tot morgen!” heb gezegd. Al snel kreeg ik door dat dat voor onze oosterburen betekent dat ze het etentje niet zouden overleven. Buiten dit dreigement wist ook niemand wat te verwachten bij Nederlands eten. Behalve kroketten en dergelijke. Onder het mom “Wat de boer niet kent dat vreet ‘ie niet.”, zou dat voor ons reden zijn niet te komen. De rest van Europa is culinair een stuk nieuwsgieriger blijkt. Gelukkig maar, want we hadden 20 kilo hutspot. Die overigens ook echt bijna op was en iedereen erg goed smaakte.

Aangezien enige misplaatste ambitie hier en daar me niet vreemd is kon een bezoekje aan het Zweedse parlement wat in Stockholm zetelt, niet uitblijven. En dus gingen we met een groep richting Helgeandsholmen, wat vrij vertaald “eiland van de heilige geest” betekent. Net zoals in het Nederlandse overheidsgebouw staan er een hoop bewakers die alles uit willen en moet je de tassen in een kluisje doen. Daarna kon de rondleiding met een uitermate vrolijke dame beginnen. Deze dame werd niet minder enthousiast maar wel iets minder vrolijk naarmate ze doorkreeg dat onze groep niet een groep was die bepaald veel inbreng had. Na de 15e keer “Any questions?” werd de zichtbare irritatie geuit in de vraag of wij dus alles wel wisten over het Zweedse parlement. Redelijk consequent als wij zijn, zeiden we nog steeds geen woord. Verder was het interessant om van binnen te zien en vooral mooi om het uitzicht vanuit het gebouw te zien. Wie wel eens in de Tweede Kamer is geweest hoeft niet hetzelfde te verwachten er zitten in het Zweedse parlement namelijk een kleine 349 leden. Die overigens niet in dienst zijn van de overheid maar er gewoon nog een baan naast hebben.

Na een rondleiding van een uur die vooral ging over hoe er gestemd moet worden en hoe het minderheidskabinet in ze werk gaat (iets waar wij inmiddels ook een goeie ervaring mee hebben) zat het er alweer op. Hoewel het inmiddels wel erg snel donker wordt is de dag nog niet voorbij. Vanavond staan er namelijk wat voetbal interlands op het programma. Iets wat wel eens voor enige hilariteit kan gaan zorgen onder ons multiculturele gezelschap. Vooral aangezien Duitsland tegen Zweden speelt. 

dinsdag 9 oktober 2012

Zweedse Nieuwsbrief #10

Me jas moet dicht, Ik adem wolkjes uit, ’s avonds zit er condens op de ramen, de Zweden in de trein kijken steeds chagrijniger en die ellendige muggen laten me ineens met rust. De herfst is er en de winter komt eraan. Ik weiger in begin oktober mijn winterjas aan te doen dus als we ’s avonds laat terug komen kan het soms toch verdomde koud zijn inmiddels. Overigens blijken de vorige bewoners van onze kamer niet alleen een aantal Tsjechische vlaggen achter gelaten te hebben, maar ook een hongerige koolmezenfamilie die dit weekend gearriveerd is en er niet voor terugdeinst om bijna de kamer in te hoppen.

Als je geen college hebt, moet je wat. En dus was het dinsdag maar eens tijd om voor de eerste keer naar de Zweedse sportschool te gaan. Ingeschreven stond ik al een tijdje en we kunnen ook het excuus van ingesneeuwd zijn nog niet gebruiken. Vol goede bedoelingen en gezonde tegenzin ging ik er dan maar voor. Hier is het heel normaal om bij binnenkomst je buitenschoenen bij de deur uit te doen en achter te laten. Ik heb mij laten vertellen dat dat in de hele cultuur vrij normaal is aangezien het in de winter nogal smerig kan worden buiten. Dat is leuk, maar als je uit Amsterdam komt heb je dan dus het gevoel dat je schoenen elk moment gejat kunnen worden. Overigens heeft dit geintje de komende dagen wel ervoor gezorgd dat ik me niet meer kon bewegen.

Met de nodige deadlines voor de deur op vrijdag begon de tijd toch wel te dringen donderdagmiddag om eens te beginnen. Eerst was het tijd voor Zweeds, wat me eigenlijk steeds meer tegen gaat staan door het langzame tempo en de onderwerpen. Ik denk niet dat ik op straat heel veel mensen zal vertellen dat ik elke dag eten kook. Het huiswerk werd ’s middags toch maar even uitgesteld om in de eerder ontdekte sporthal te voetballen. Helaas waren de eerder genoemde kereltjes niet aanwezig, maar met ons exchange students team hebben we de lokale tegenstander toch even scheel getikt. ’s Avonds moest ik er dan toch aan geloven. Studie. Het tentamen bestond uit vier open vragen die niet meer open hadden kunnen zijn. Ik heb zelden zulke vage vraagstellingen gezien. Rond een uurtje of twaalf had ik het dan ook wel gezien. De volgende dag was er weer een morgen. De deadline stond immers pas om 15:00.

Zoals dat in Nederland ook redelijk traditie is, heb ik de deadline precies een uurtje voor tijd gehaald en was het tijd om weer van de vakantie te genieten. Zo gaat het namelijk steeds meer voelen, ook al is er het nodige gebrek aan zon, zee en palmbomen. Zand is er namelijk zat in de vorm van modder. Inmiddels wordt er elke week wel een verjaardag gevierd en zo ook deze avond. Wat inhoudt, een feestje in de keuken en erna uitgaan in de stad. Normaal gesproken is dat dan dus in de stad. Dit keer was het plan iets minder strak en wist eigenlijk niemand waar we heen gingen. Behalve dat het een “Hippyparty” was. Blijkbaar was het in de jaren ’70 normaal om een feestje te houden waar nooit iemand komt, want toen we aan het eind van de metrolijn kwamen en zelfs de Zweden die mee waren gekomen zeiden “Hier ben ik nog nooit geweest..”, waren we er nog niet. Toen we drie kwartier later nog steeds de goede bushalte niet gevonden hadden, ben ik met een groepje maar terug gegaan en hebben we het feestje in de keuken voortgezet. De groep die uiteindelijk wel het feest bereikt heeft is na een half uur ook maar weer huiswaarts gekeerd.

Het was inmiddels weekend en dan wordt er meestal uitgegaan met ze allen. Na toch al wat redelijke avonturen te hebben meegemaakt hier in het nachtleven en ook de nodige teleurstellingen was deze zaterdagavond zeer geslaagd. Op het chique eiland Östermalm, waar de rijke Zweed zich bepaald niet hoeft te verstoppen gingen we naar de club “Ambassadeur”. Het is een moderne club met meerdere zalen die verschillende soorten muziek hebben. Wat me opvalt is dat er in de meeste clubs wel een BlackJack tafel staat. Deze heeft het natuurlijk altijd redelijk druk maar het lijkt toch een beetje raar. Overigens was ook hier gratis entree tot 23:00. Daarna was de prijs echter 250SEK, wat ongeveer gelijk staat aan 25-30 euro. Mijn vaderlandse instelling nog niet vergeten nemen we dan maar een metro of vier eerder.

De dag erna was El Classico en dus togen we met een groepje richting een sportsbar om de wedstrijd te bekijken. Omgeven door Spanjaarden die hier zijn om Engels te leren maar alsnog Spaans spreken was het erg gezellig. We waren bij O’learys, wat een keten is van Ierse sportsbars met een vrij groot aantal vestigingen. Overigens ook zo een beetje de enige plek waar je pils van een fatsoenlijke schuimkraag wordt voorzien.

Inmiddels neemt het gebrek aan studiemateriaal zodanige vormen aan dat een paar studenten hier een verzoek hadden. Nederlandse les. Gezien ik mensen deze wereldtaal niet wil onthouden ben ik inmiddels dan maar begonnen met op Facebook lesjes Nederlands te geven. Met een beetje geluk hoeven we over een tijdje dus geen Duits meer te praten!

dinsdag 2 oktober 2012

Zweedse Nieuwsbrief #9



Na het zuur komt het zoet dus eerst het slechte nieuws. Als je van suiker bent overleef je het hier geen dag meer aangezien het inmiddels elke dag regent. Het goede nieuws is, behalve dat ik niet van suiker ben, dat we een sporthal gevonden hebben. Daar werd dus vorige week maar een uurtje gehockeyd. We werden vergezeld door een paar leden van de plaatselijke jeugd die niet ouder waren dan negen jaar. Helaas waren deze knaapjes er nog redelijk behendig in wat ons de volgende dagen nogal wat spierpijn heeft opgeleverd. Deze week staat er voetbal op het programma dus dan hangen ze in de ringen als vergelding.

Geleerd van mijn eerdere fouten werd Zweeds deze keer maar op woensdag gevolgd. ’s Avonds was het immers tijd voor de pubcrawl. Wat op z’n zachtst gezegd “anders” was. Waar je in Amsterdam normaal gesproken heel wat cafés ziet en meestal toch wel echt bijna kruipend de laatste uithoort te komen was ik hier nog redelijk nuchter na de derde en tevens laatste pub. Aan het eind was het de bedoeling dat we naar een club zouden gaan waar ook exchange studenten van een andere uni zouden komen. Leuk idee. Maar die was dicht. We hebben met ze alle een biertje gedronken maar kruipend naar huis was het niet. Wel krom door de spierpijn van hockey.

Donderdag werd er nog even een verjaardag bijgewoond. Iets wat altijd gepaard gaat met enige geluidsoverlast en een extreme make-over in de slechte zin van het woord voor de desbetreffende keuken. De volgende dag hadden we de eer om ons eerste tentamen te krijgen. Krijgen als in letterlijk krijgen en mee naar huis nemen, om een week later in te leveren. Hier moet nog aan begonnen worden, maar anders is het wel weer. Ook kwam er visite vanuit het thuisland. Na wederom een stevige rit richting Arlanda begon mijn weekendje sightseeing. Verwelkomd door een hoosbui was de eerste stop Drottningholm, wat met de auto toch iets beter te bereiken bleek dan met het ov. Het verlaten was een ander verhaal. In de laatste paar dagen dat ik de auto tot mijn beschikking had heb ik kennis gemaakt met de spits van Stockholm. Die doet niet bepaald onder voor wat wij in Nederland kennen en de onoplettendheid van de Zweden kent soms geen grenzen. Het wil wel eens gebeuren dat er iemand ineens een ruk aan het stuur geeft terwijl je er naast rijdt. Best gezellig maar ik had al een medepassagier.

Zaterdag werd een dag om nooit te vergeten. Of om snel te vergeten het is maar hoe je het zien wilt. Waar ik eerder zei liever om te lopen dan een halve marathon te lopen ben ik goed op me nummer gezet. Waar ik wel eerder gelijk in had is dat een dagje Stockholm betekent dat je thuiskomt met kramp. Na een korte rondleiding door Gamla Stan, wat gebouwd is op een flinke heuvel en dus al redelijk vermoeiend kan zijn, kwamen wij aan bij het koninklijk paleis voor de wisseling van de wacht. Drie kwartier te vroeg dachten wij dat dat iets overdreven was. Niets was minder waar, want binnen de minuut begonnen de voorbereidingen en konden we net een plaatsje vooraan bemachtigen. Wat met mijn 1,80m ook zeer op prijs gesteld werd door de chinezen die achter mij stonden.

Na deze lange doch erg leuke staande gelegenheid, wat zeker een aanrader is als je vooraan weet te staan was het tijd om even ergens op te warmen. Na een bakje thee gingen we op naar de hop on hop off bus. Overigens had de echte Zweed in dit geval gegaan voor fika wat typisch Zweeds is. Dan drink je dus koffie met een kanelbulle. Maar goed ik ben nog geen echte Zweed. Het werd de gele lijn die een rondrit maakt om Gamla stan, door Södermalm en lang het stadshuis terug naar Gamla Stan. Behalve dat de Rus die voor mij op mijn plek had gezeten het volume op 183 had gezet was dit best grappig om te doen. Bij het stadshuset zijn wij uitgestapt om daar de tuin te bekijken. Wie van bruiloften houdt moet hier absoluut heen. Ik denk dat ik inmiddels op de trouwfoto’s van zes families met een brede glimlach ben geïnfiltreerd. Het is werkelijk ongelooflijk hoeveel bruiden er rond liepen.

’s Avonds heb ik een les geleerd die mij de komende maanden nog wel een van pas kan komen. “Ga in Stockholm niet op zaterdag uit eten zonder te reserveren.”. Er zitten op de Drottninggatan genoeg leuke tentjes om te eten en ik heb dan ook letterlijk de hele straat afgewandeld, wat een krappe twee kilometer lang is om uiteindelijk bij een mc Donalds te eindigen die op 100 meter van het startpunt lag. Aangezien een ezel zich niet een tweede keer aan de zelfde steen stoot had ik de volgende dag keurig een tafeltje gereserveerd en bleken er precies drie tafeltjes in het hele restaurant bezet te zijn.

Maandag was het dan zover. De auto ging terug naar Nederland. Een dieptepunt in mijn bezoek aan Zweden wat gevierd werd met een busreis die twintig minuten zou duren maar uiteindelijk een uur in beslag nam. Vergezeld door de plaatselijke oude garde die onderweg was naar de jeu de boules hal hier in Björnkulla kwam ik dus enigszins later en uitgeteld uit. Een weekendje Stockholm laten zien bleek een redelijk vermoeiende aangelegenheid dus lieten we maandagavond maar een stukje van Nederland zien. Het is inmiddels gelukt om een Amerikaan en een Duitser verslaafd te krijgen aan Nederlands hartenjagen. Deze week zal er dan helaas toch echt wat aan de studie moeten worden gedaan. Met een aantal deadlines op aanstaande vrijdag kan dat nog wel eens traditioneel onnodig spannend worden.